De vrolijkste avonturen van Tommie en Lotje


Jacques Vriens bracht zijn eerste Tommie en Lotje boek uit in 1986 met zwart/wit illustraties van Ruud Bruijn. In 2001 werden de verhalen over deze twee opnieuw gebundeld en uitgegeven met kleurige illustraties van Harmen van Straaten. Zeven jaar later kregen Tommie en Lotje weer een make-over, Kees de Boer maakte nieuwe illustraties en Jacques Vriens bewerkte de tekst. Deze uitgave van De vrolijkste avonturen van Tommie en Lotje is ter ere van het 35 jarig jubileum nu in een goedkope editie verkrijgbaar.

Negen verhalen zocht Vriens uit voor deze bundel, waarvan er twee al in de allereerste bundel werden gepubliceerd. Kleuter Tommie, hij viert in dit boek zijn vijfde verjaardag, en zijn grote zus Lotje, die al in groep drie zit, maken leuke en minder leuke alledaagse dingen mee.
Als ze naar het circus zijn geweest willen ze ook zelf een voorstelling maken en ze zetten het groots op, iedereen wordt uitgenodigd en komt ook, de tuin puilt uit. Als leeuw Tommie en zijn vriendje niet te voorschijn durven komen lijkt alles even in het honderd te lopen, maar gelukkig heeft het circus een uitstekende goochelaar die de voorstelling redt. Als Tommie en Lotje later nog een keer circusje willen spelen gebeurt er iets heel onverwachts: er staat ineens een koe in de tuin.
Tommie en Lotje maken nog veel meer mee: ze verslapen zich en komen te laat op school, Tommie geeft een partijtje en in de uitverkoop gaan ze met hun ouders op zoek naar nieuwe kleren.
Tommie en Lotje schrikken als meneer Timmer gaat schelden op ´al die vieze buitenlanders´, ze verheugen zich als hun favoriete neef komt oppassen en Tommie is er nog niet zo zeker van dat Sinterklaas je beste vriend wil zijn.

Wat de Tommie en Lotje boeken zo tijdloos leuk maakt is de herkenbaarheid en de heerlijke vertelstijl van Vriens. Welke ouder springt er niet uit zijn vel als na het verslapen een kind maar blijft zeuren en welk kind voelt zich dan niet verongelijkt als de ouder hem niet helpt aan de juiste sokken? Tommie en Lotje hebben gewone ouders, die meestal heel aardig zijn, maar ook wel eens flink uit hun slof kunnen schieten.
Een belangrijk deel van de verhalen wordt door middel van dialoog verteld, waarbij een verbastering van een woord door Tommie als terugkerend grapje altijd weer leuk is, vooral omdat Vriens dit weet te doseren.
In deze bewerkte druk valt het op dat Vriens woorden als ´verdomme´en ´rotzak´ heeft afgezwakt tot bijvoorbeeld ´wat krijgen we nou´ en ´oen´. Verder is er nauwelijks iets aan de tekst veranderd, moeder is alleen met haar tijd meegegaan en typt niet meer op een schrijfmachine, maar op een computer.

De illustraties van Kees de Boer passen goed bij de sfeer van de verhalen. Het is opvallend hoe weinig Lotje en Tommie veranderen, de opeenvolgende illustratoren houden duidelijk rekening met hun voorgangers, zonder overigens hun eigen stijl tekort te doen. De illustraties van De Boer ondersteunen de verhalen en laten zien wat er gebeurt, ze voegen geen informatie toe. Soms zijn er slordigheden te ontdekken, zoals Tommie die geen jas aan heeft terwijl hij zojuist op uitdrukkelijk bevel van zijn moeder een jas heeft aangetrokken, of hij heeft ineens een heel ander ijsje in zijn hand dan de bladzijde daarvoor.

Ook na 25 jaar zijn de verhalen van Tommie en Lotje leuk, ze mogen dan uiterlijk wat veranderen en een typemachine voor de computer inruilen, maar ze zijn gewoon tijdloos!

De vrolijkste avonturen van Tommie en Lotje
Jacques Vriens (tekst) en Kees de Boer (ill)
Van Holkema & Warendorf, 2011