Het wereldje van Beer Ligthart - Jaap ter Haar


In 1974 kreeg Jaap ter Haar (1922-1998) de Gouden Griffel voor zijn boek Het wereldje van Beer Ligthart. Het was het laatste succesvolle boek dat hij schreef na een lange carrière als kinderboekenschrijver. Bekend en geliefd zijn de boekbewerkingen van zijn hoorspelen: Saskia en Jeroen, Ernst Jan en Snabbeltje, Eelke en Lotje. Daarnaast schreef hij historische kinderboeken en bewerkte hij sagen en legenden. Ter Haar schreef drie jeugdromans: Noodweer op de Weisshorn! (1957), Boris (1966) en Het wereldje van Beer Ligthart(1973).

Het wereldje van Beer Ligthart vertelt het verhaal van Berend die door een stom ongeluk blind wordt. In het ziekenhuis neemt hij de eerste stappen om zijn lot te aanvaarden. Hij ontmoet diverse mensen die hem daarbij helpen, zoals zuster Wil en´de student´ die bij hem op zaal ligt. Beer merkt dat hij anders over mensen oordeelt omdat hij ze niet kan zien. Zo blijken anderen de kwaliteiten van een knappe zuster hoger in te schatten dan die van de minder knappe zuster Wil.
Eenmaal thuis zet Beer, met hulp van zijn ouders en de onverwachte hulp van een klasgenoot, alles op alles om te leren leven met zijn handicap. Hij wil zo snel mogelijk terug naar zijn oude school, maar of dat lukt?

Het boek is dit jaar opnieuw uitgegeven met een bewerkte tekst en een toelichting. De lezer wordt erop gewezen dat Beer in onze tijd ´door vele slimme en goed ontwikkelde computeraanpassingen´ vrijwel moeiteloos mee zou kunnen draaien in onze maatschappij. Gelukkig maar, want het is triest om te lezen hoe Beer en zijn ouders aan hun lot worden overgelaten. Beer kan alleen professionele hulp krijgen als hij in een blindeninstituut gaat wonen. De verwarrende weg die Beer en zijn ouders moeten gaan naar het aanvaarden en omgaan met de handicap wordt geloofwaardig en indringend beschreven.
De schrijfstijl van Ter Haar is gedateerd, ook na de bewerking van de tekst waarin bijvoorbeeld ´vader en moeder´ is vervangen door ´zijn vader en moeder´ en niet langer ´de zachte gaafheid van haar ongerimpelde wang´ tegen Beertje wordt aangedrukt maar gewoon een ´zachte ongerimpelde wang´. Ter Haar gaat vaak door de knieën en legt veel uit. Dat levert soms pathetische zinnen op, zoals deze:´De meeste kinderen leven in een wonderbaarlijk wijde, innerlijk wereld, waarvan meestal maar een klein deel zichtbaar wordt´ of ´Beer besefte dat hij zijn leven van het zichtbare en lichamelijke omgezet had naar het geestelijke, het wezenlijke van het menselijke bestaan.´
Gelukkig zijn er ook veel mooie zinnen, waarin ´stemmen stapelen in de stilte´ en ´angst als een angel van een wesp in de wanhoop prikt´. De blindheid van Beer daagt ook de lezer uit zijn eigen beelden te vormen.

De strijd van Beer Ligthart om zijn handicap te aanvaarden is van alle tijden en ontroerend om te lezen. Het bloemrijke taalgebruik waarin veel wordt uitgelegd zal vooral lezers aanspreken die van uitleg en drama houden.

Het wereldje van Beer Ligthart
Jaap ter Haar

Ploegsma, 2013