Lotte & Roos De meisjes tegen de jongens - Marieke Smithuis


Verhalen over het dagelijks wel en wee in het leven van kinderen zijn niet meer weg te denken uit de kinderliteratuur. Veel schrijvers wagen zich aan dit genre, maar slechts weinigen slagen erin hun hoofdpersonen uit te laten groeien tot literaire helden en heldinnen. Wat Tommie en Lotje, Jubelientje en Jip en Janneke gemeen hebben is dat hun scheppers, respectievelijk Jacques Vriens, Hans Hagen en Annie M.G.Schmidt, de dagelijkse gebeurtenissen uit het kinderleven met een combinatie van humor en ernst beschrijven met een speelse en kundige pen. Marieke Smithuis gaat met haar debuut over de avonturen van Lotte en Roos zelfverzekerd in hun de voetsporen staan.

Roos en Lotte zijn zusjes. Ze hebben een moeder die werkt, een vader die vaak voor hen zorgt en een opa die regelmatig oppast. De zusjes maken geen schokkende dingen mee: er zijn geen weerwolven in de buurt, er wordt niet getoverd en er gaat niemand dood. De alledaagse belevenissen zijn spannend genoeg: opeens ontdekken dat je tientallen nieuwe huisdieren op je hoofd hebt, op een dag een hond in de auto vinden die er niet meer uit wil of je moeder op de wc zien huilen. Smithuis beschrijft hoe de zusjes dit beleven: Lotte wordt boos dat opa zomaar de luizen ´een beetje dood´ maakt en voor straf moet hij meehelpen de diertjes te begraven; Roos vindt de hond in de auto geweldig maar ze vindt het moeilijk dat opa echt boos wordt als het dier niet weg wil en ´grote-mensen-dingen´ zijn helemaal niet leuk als ze je moeder aan het huilen maken.
Een aantal gebeurtenissen lopen als een rode draad door de verhalenbundel heen: de hond uit de auto, een vriendin die verhuist en de strijd met de nieuwe buurjongens Lasse en Joppe. Vanaf het begin loopt het niet lekker tussen de jongens en de meisjes; de zusjes noemen de broers dan ook minachtend ´Joepe en Poepe´. Natuurlijk komt het uiteindelijk goed.
Marieke Smithuis is een getalenteerd schrijfster. Haar taalgebruik sprankelt en schijnbaar moeiteloos brengt ze de karakter tot leven. Vaak zijn ouders in dit soort verhalen niet meer dan het behang waartegen de avonturen van de kinderen zich afspelen maar Smithuis zet een vader en moeder neer met een duidelijk eigen karakter. Ook de zusjes leert de lezer goed kennen.
De dialogen lopen als een trein en vormen de kapstok voor de sfeer van het boek. De humor zit in kleine dingen: papa die midden in de winter bijna bloot de straat op rent als hij Lotte hoort huilen of de broodjes voor onderweg die met zorg behandeld worden en toch de lunch niet halen. Problemen zijn er natuurlijk ook, bijvoorbeeld als Roos op school de prullenmand op Lasses hoofd omkeert en de juf daarvan niet gediend is. Lotte en Roos praten daar nog even over na: ´Als mama kwaad wordt op de juf, wie is er dan eigenlijk de baas?´; of als de moeder van een vriendin met een doos jonge konijnen voor de deur staat: ´Jouw dochter heeft tijdens onze vakantie de konijnen samen laten spelen. Het is haar schuld en dus ook jullie probleem`; of het boze verdriet als Roos´ beste vriendin gaat verhuizen: ´Grote mensen zijn gewoon zo verschrikkelijk dom. Het ergste is dat ze ook nog de baas zijn. En dus kunnen ze altijd hun eigen zin doen.´
Annet Schaap heeft het boek geïllustreerd. Geen verrassende keuze, maar wel een goede: haar speelse losse tekenstijl past uitstekend bij de sfeer van het boek.

Lotte en Roos verdienen het een blijvertje te zijn en de voortekenen zijn goed: Marieke Smithuis werkt aan een tweede deel.

Lotte en Roos De meisjes tegen de jongens
Marieke Smithuis met illustraties van Annet Schaap  
Querido, 2014