Het grote Rembrandt voorleesboek
Deze keer staat het werk van Rembrandt centraal, bekend en minder bekend werk. Zeven kinderboekenschrijvers gingen aan de slag en het zijn niet de minste, bij elkaar zijn ze goed voor achttien Zilveren Griffels, zes Gouden Griffels en drie keer de Theo Thijssenprijs.
Het eerste dat opvalt is het grote formaat van het boek waardoor de schilderijen, etsen en tekeningen van de meester volledig tot hun recht komen. De kaft is, net als bij het eerste voorleesboek, door Charlotte Dematons getekend. We zien verschillende opvallende figuren uit Rembrandts schilderijen gezellig keuvelen in het museum waar de werken die in het boek besproken worden aan de muur hangen.
De schrijvers hebben naar Rembrandts werk gekeken en daarbij hun gedachten de vrije loop gelaten. Dat levert veel verschillende verhalen op. Er zijn verhalen die ons deelgenoot maken van de gedachten van de afgebeelde personen of dieren. Koos Meinderts geeft bijvoorbeeld een stem aan hond Kassie. Die heeft een zwaar hondenleven, tot Rembrandt zijn oog op hem laat vallen. Kassie duikt als bijfiguur nog een paar keer op in de andere verhalen van Meinderts en zo weten we hoe het hem verder vergaat. Ook Bibi Dumon Tak laat een figuur van een schilderij tot leven komen. Zij laat Anna aan het woord, de vrouw van Tobit die bij zien van het prachtige geschenk dat zij heeft gekregen niet verheugd is, maar vertwijfeld God aanroept omdat hij direct het slechtste van haar denkt. Anna regeert nijdig: ’Als je wilt weten hoe het zit, moet je het niet aan God vragen, maar aan mij.’
Veel verhalen gaan over liefde in allerlei vormen. Sjoerd en Margje Kuyper verwoordde het verdriet van Rembrandt om verlies van zijn vrouw Saskia, Joke van Leeuwen schrijft over de jonge vader die weldra zal sterven en zich voor zijn zoon lachend door Rembrandt laat portretteren: ‘Ik blijf hier in de lijst naar jou lachen, telkens als ik jou met mijn geverfde ogen zie leven.’ Ook de liefde van de vader voor de zoon die bijna volwassen is wordt mooi beschreven door de Kuypers.
Thijs Goverde liet zich door de Staalmeesters inspireren tot een spannend verhaal waarin een diefstal een belangrijke rol speelt en in een ander verhaal beschrijft hij hoe Marten en Oopjen aan een goed gevulde tafel hun portretopdracht met Rembrandt bespreken. Er zijn meer verhalen die inspelen op de totstandkoming van een schilderij. Zo laat Jan Paul Schutten de luidruchtige compagnie van kapitein Banninck Cocq opdraven en schrijft een vermakelijk verslag van de chaos die dat geeft: ‘Hij prikt me met zijn lans.’’Ja, maar dat ging per ongeluk hoor.’’Ik moet echt heel nodig plassen, baas.’
Het is lastig om een leeftijdscategorie aan de verhalen toe te wijzen. Bij een aantal verhalen sluiten de onderwerpen niet aan bij jonge kinderen, zoals de gedachten van een vader die zijn bijna volwassen zoon los moet laten, het fysieke gemis van de vrouw die je lief hebt gehad of de twijfelende jonge man die stiekem naar de naakte vrouw kijkt waarmee hij de nacht heeft doorgebracht.
Het grote Rembrandt voorleesboek is een prachtig uitgegeven boek dat recht doet aan Rembrandts veelzijdige werk. De schrijvers hebben bij de beelden originele mooie verhalen geschreven over uiteenlopende onderwerpen. Het is geen boek om klakkeloos achter elkaar voor te lezen, maar een boek om zorgvuldig een passend verhaal uit te kiezen.