Verboden te vliegen - Martine Letterie

Martine Letterie heeft inmiddels een indrukwekkend oeuvre aan historische kinderboeken bij elkaar geschreven.Voor Kinderen met een ster kreeg ze in 2017 een Zilveren Griffel. Letterie baseert haar verhalen vaak op ware gebeurtenissen en weet zo de geschiedenis dicht bij de lezer te brengen. Het blijft echter lastig om over de verschrikkingen van bijvoorbeeld de Tweede Wereldoorlog te schrijven voor jonge kinderen die nog weinig over de geschiedenis weten. In Verboden te vliegen slaagt Letterie er goed in kinderen van nu mee te nemen naar het verleden en een spannend verhaal mooi samen te laten gaan met historische feiten.

Het verhaal begint in augustus 1939. Zesjarige Fietje woont in Brabant in een groot gezin. Samen met haar oudere broer, die al van school is en met ‘ons vader’ in de fabriek werkt, zorgt ze voor de duiven. Er wordt hier en daar wel over oorlog gesproken, maar ons mam is er zeker van dat het er niet van zal komen, ‘zijn ze nou helemaal betoeterd’ is haar commentaar. Maar de oorlog komt natuurlijk wel en dat betekent dat de duiven geregistreerd moeten worden en later volgt het bevel dat ze moeten worden ingeleverd. De familie besluit zoveel mogelijk duiven te laten onderduiken.

Voor dit boek gebruikte Letterie onder andere verhalen van twee zussen die in de jaren vijftig opgroeiden in een groot Brabants gezin. Het levert leuke details voor het verhaal op, zoals de beschrijving van de ochtendroutine of het feit dat er niet voor iedereen een zitplaats is. Fietje heeft een speciale band met haar grote broer Marius, ze delen hun liefde voor de duiven.
     De duiven spelen een belangrijke rol in het verhaal. Letterie deed ook hier studie naar en verdiepte zich in het duivenmelken en in de rol van duiven tijdens de oorlog. De duiven blijven niet anoniem, het zijn belangrijke personages in het boek die ook een deel van het verhaal vertellen. De schrijfster laat daarbij in het midden of de duiven echt aan het woord zijn of dat we de gesprekken die Fietje en Marius in hun hoofd met de duiven voeren lezen. Een tekening in de kantlijn geeft aan of het verhaal vanuit het perspectief van Fietje of vanuit het perspectief van de duiven wordt verteld.
  Wat de duiven overkomt heeft, voor de goede verstaander, parallellen met de Jodenvervolging. De duiven worden ook eerst geregistreerd en later afgevoerd en niemand weet wat er met ze gebeurt. De achterblijvers vragen zich af of de dieren naar een ‘duivenconcentratiekamp’ zijn afgevoerd en of ze ze ooit nog terug zullen zien. Overigens stipt Letterie de Jodenvervolging wel aan, als Fietje kennis maakt met twee kinderen die samen met haar broer op een boerderij zijn ondergedoken. Fietje vraagt zich dan af wat de Duitsers tegen kinderen kunnen hebben. Verdere uitleg wordt niet gegeven.
     Fietje en haar familie moeten niet alleen hun duiven laten onderduiken, maar ze moeten ook spullen inleveren, hun huis verlaten, stiekem naar de radio luisteren en creatief omgaan met het gebrek aan textiel en wol om kleren van te maken. Ook krijgt de familie te maken met een razzia en een neergestorte piloot die hulp nodig heeft. Letterie vertelt onderhoudend, maar ze is geen schrijfster van doordachte mooie zinnen met fraaie beeldspraken.

Rick de Haas brengt het verhaal verder tot leven met zijn vele illustraties in kleur. De tekeningen geven het tijdsbeeld mooi weer, bijvoorbeeld door soldaten op motoren met zijspan te laten zien, of de huiskamer waar Fietje met haar ouders, broers en zussen aan tafel zitten. Jammer dat Fietje nauwelijks verandert en er aan het einde van de oorlog nog vrijwel hetzelfde uitziet en hetzelfde gekleed is.

Verboden te vliegen is een informatief en onderhoudend boek over de Tweede Wereldoorlog. Letterie slaagt erin deze bijzondere tijd voor kinderen tot leven te brengen.

Verboden te vliegen
Martine Letterie (tekst) en Rick de Haas (illustraties)

Leopold, 2019