Prentenboeken voor kinderen die geen zin hebben om te gaan slapen

 

Twee prentenboeken die inspelen op een veelvoorkomend probleem: kinderen die geen zin hebben om te gaan slapen en tijd proberen te rekken. De kinderen in deze boeken doen dat op verschillende manieren. Het jongetje uit Naar bed gaan is gedoe komt steeds weer uit zijn bed. Hij gaat stiekem luisteren in de gang, hij wil weten wat er op de tv is en als hij zijn kamer niet meer uit kan omdat zijn vader voor de deur zit klimt hij uit het raam.
Zijn avonturen worden op rijm verteld: ‘Ik wil nog niet naar bed/ Ik wil bij jullie zijn/Ik wil nog niet naar bed/In mijn eentje is niet fijn'. De illustraties brengen de avonturen in beeld. Daar zien we niet alleen de reactie van zijn vader en moeder, maar ook hoe zijn speelgoed een rol speelt.
Uiteindelijk valt het ventje dan toch in slaap. De volgende morgen is hij weer vol energie. Dat kunnen we over zijn ouders niet zeggen.
Naar bed gaan is gedoe is een prentenboek dat inspeelt op de fantasieën die kinderen hebben als ze in hun bed liggen te bedenken hoe ze hun ouder te slim af zouden kunnen zijn. De reacties van de ouders zullen voor veel kinderen herkenbaar zijn. Een leuk speels prentenboek.

Naar bed gaan is gedoe
Wessel Sandtke met illustraties van Marieke van Ditshuizen

Volt, 2020
   


Het duo Tjibbe Veldkamp en Kees de Boer maakten al veel geslaagde prentenboeken. Dit keer spelen ook zij in op het thema niet naar bed willen. Het verhaal begint bij het voorleesmoment. De voorlezer, die we niet zien, is duidelijk van plan het die avond kort te houden ‘Het verhaal gaat over jou. Jij ging slapen. En toen was het verhaaltje alweer uit.’ Maar zo makkelijk komt de voorlezer er niet vanaf. De jongen die we op de illustratie zien neemt het verhaal van de voorlezer over ‘Ja, maar eerst ving ik een monster.’ En jawel, op de illustraties zien we hoe dat gaat: een kleurrijk monster wordt gevangen. Dan is de voorlezer weer aan de beurt en hij vertelt dat het monster wordt afgevoerd door een soldaat en er nu geslapen kan worden. Maar daar denkt de jongen anders over: 'Ja, maar eerst ving ik nog meer monsters.'
De grappige dialoog waarin de jongen en de voorlezer steeds weer met monsters van allerlei pluimage te maken krijgen wordt steeds spannender. Het leuke is dat het verhaal stopt op het allerspannendste moment en we dan zelfs al het schutblad zien. Maar dat pikt de voorlezer niet en dan gaat het verhaal toch nog even verder. Als alle monsters gevangen zijn is het verhaal dan eindelijk uit? Natuurlijk niet!
Veldkamp en De Boer weten hoe ze een verhaal in woord en beeld moeten vertellen. De tekst stuurt het avontuur, maar een groot deel daarvan wordt verteld in beeld. Het levert een geweldig en origineel prentenboek op vol kleurrijke bizarre monsters.

Maar eerst ving ik een monster
Tjibbe Veldkamp met illustraties van Kees de Boer

Lemniscaat, 2019