Offerkind - Rob Ruggenberg


Rob Ruggenberg neemt in Offerkind de lezer 4000 jaar terug in de tijd. Nederland ziet er heel anders uit, met grote moerasgebieden waar nu de Veluwe ligt. Daar begint het verhaal. In de proloog wordt direct duidelijk dat het moerasgebied gevaarlijk is. Een jonge verdwaalde handelsreiziger verliest het pad uit het oog en verdrinkt. Zijn rugzak met kostbare inhoud blijft aan een tak hangen.
Later wordt de rugzak gevonden door twee jonge mensen op de vlucht, het meisje Aïn en de jongen Kraai. Ze zijn weggelopen uit hun dorp en moeten zien te overleven. Niet alleen het landschap is gevaarlijk, ook de mensen die ze ontmoeten kunnen dat zijn. De Jonge Wolven bijvoorbeeld: jonge ruige mannen die vaak onder invloed van dolkruid impulsief handelen. Ook het Oude Volk is hen niet gunstig gezind, daar weten ze op het nippertje weg te komen met een baby die voorbestemd was geofferd te worden.
Kraai is verliefd op Aïn en volgt haar waar zij wil gaan. Aïn wil naar zee, de vindplaats van barnsteen. Ze weet hoe ze de stenen moet bewerken en ze hoopt met dit ambacht in haar onderhoud te kunnen voorzien en niet langer van iemand afhankelijk te zijn.

Offerkind is Ruggenbergs laatste boek. Enkele dagen nadat hij het manuscript had ingeleverd overleed hij. Gelukkig is zijn laatste boek een mooi boek, een ‘echte Ruggenberg’.
Ruggenberg, sinds 2006 jeugdboekenschrijver, schreef historische romans die zich vaak op of rond zee afspelen. Hij deed altijd uitgebreid onderzoek voor hij ging schrijven en hij stond erom bekend historische feiten in een bloedspannend verhaal tot leven te kunnen brengen. Zo ook in Offerkind.
De inspiratiebron lag dit keer dicht bij huis, bij de vondst van een prehistorisch graf in de buurt van Wassenaar. Ruggenberg speelde als kind op die plek en kon toen niet vermoeden dat diep in de grond twaalf mensen, volwassenen en kinderen, in een graf lagen. Ze waren met geweld om het leven gebracht.
Het is lastig om over de prehistorie te schrijven omdat er niet veel bekend is over de manier van leven en denken van de mensen uit die tijd. Er zijn immers geen geschreven bronnen. Ruggenberg had dus niet veel feiten om mee te werken. Voordeel daarvan is dat zijn fantasie daarmee meer ruimte kreeg. Vooral op het gebied van geloof en bijgeloof nam de auteur zijn vrijheid, al probeerde hij dat wel zo geloofwaardig mogelijk te doen. Hij baseerde zich op bestaande goden die ofwel later werden aanbeden, of op een andere plaats. In de wereld die Ruggenberg heeft beschreven is het logisch dat op de bodem van het moeras de oogloze godin Mhoa wacht tot ze een van haar slachtoffers naar beneden kan trekken.
De beschrijving van de natuur en de mensen die daar wonen staan allemaal ten dienste van het verhaal. Het is een spannend verhaal waarin Aïn en Kraai vrienden ontmoeten en mensen die hun naar het leven staan. Zoals we van Ruggenberg gewend waren schuwt hij het beschrijven van geweld niet, al laat hij het invullen van de details daarbij meestal over aan de fantasie van de lezer.

Offerkind is een mooie jeugdroman, een boek zoals we van Ruggenberg gewend waren met interessante historische details en een spannend verhaal. Met zijn dood heeft de Nederlandse jeugdliteratuur een belangrijke schrijver van historische jeugdboeken verloren. Gelukkig is zijn oeuvre tijdloos en zullen ook nieuwe generaties kinderen weten te boeien.

Offerkind
Rob Ruggenberg
Querido, 2020