Groot Biegel sprookjesboek - Paul Biegel


In het rijke oeuvre van Paul Biegel vinden we ook vele korte verhalen. Ze verschenen in diverse bundels, vaak geïllustreerd door Babs van Wely. Biegels dochter Leonie heeft voor een nieuwe uitgave haar favoriete verhalen geselecteerd en deze keer zijn ze geïllustreerd, in kleur, door Charlotte Dematons. Het resultaat is een prachtig boek met voorleesverhalen. Het kreeg de titel Groot Biegel sprookjesboek. Een ongelukkig gekozen titel wat mij betreft omdat sprookjes een andere associatie oproepen dan de term verhalen. Biegel mag dan wel tover in zijn verhalen stoppen, maar traditionele sprookjes zijn het niet. Zo zijn de personages in Biegels verhalen in tegenstelling tot sprookjes over het algemeen niet eenduidig en ook dragen zijn verhalen geen morele boodschappen uit. Biegels verhalen zijn vooral een ode aan fantasie en taal.

De verhalen zijn altijd origineel, waar hij zijn verhaal ook begint. Als Biegel een groep muizen ‘s nachts met het speelgoed van de kinderen laat spelen, een thema dat vaker is uitgewerkt door kinderboekenschrijvers, schrijft hij een ontroerend verhaal over een oude muis die nog een keer wil dansen bij de muziek van de speeldoos. Fijn zijn de verhalen waarin iets raars gebeurt in een verder normale wereld. Soms is dat grappig zoals in het verhaal waarin Bart twee kietelende handen kan oproepen en soms is het ontroerend zoals in het verhaal De nevelkindertjes waar alleen boer Japik kleine kinderen op hun blote voetjes in de koude nacht langs zijn huis ziet trekken.
Biegel toont zich in andere verhalen een filosoof, maar wel op kinderniveau. Neem bijvoorbeeld de vraag waar de woorden vandaan komen. En stel dan dat je van ieder woord maar een beperkte voorraad zou hebben. Dat overkomt Mark die ontdekt dat zijn laatje met de woorden ‘ik’ bijna leeg is.
Natuurlijk zien we in deze verzameling verhalen weer volop Biegels grote schrijverstalent. De schijnbaar simpele beginzinnen bijvoorbeeld zijn altijd goed gekozen en zetten direct de sfeer van het verhaal neer. Humor is ook volop aanwezig; geen dijenkletsers, maar kwinkslagen of een onverwachte grappige opmerking. Ook de beeldende ritmische omschrijvingen zijn een plezier om te lezen, bijvoorbeeld hoe een groep ondeugende schoenen zich ‘s nachts buiten het zicht van de mensen gedraagt:

‘De deftigste schoenen, de netste en de mooi gepoetste die liepen dwars door alle plassen. Lekker.
De afgetrapte schoenen, de vieze en de kapotte, die liepen juist heel keurig, met langzame rechte passen, om alle viezigheid heen.
De schoenen van de oude mensen huppelden.
De schoenen van de kinderen liepen bedaard.
En de oudste schoenen trokken lange neuzen tegen de nieuwe schoenen in de etalages. Want die durfden niet mee’.


Het boek, stevig uitgegeven met een leeslint, is ook met veel tover geïllustreerd. Op elke bladzijde staan gekleurde illustraties die helemaal passen bij het verhaal. Dematons kan alles tekenen: dieren mensen, voorwerpen, landschappen, echt alles. Het kleurgebruik is veelzijdig en altijd goed gekozen.
We zien onder andere het verdwaalde konijn met zijn aandoenlijk zielige snoet tegenover de strenge kraai, we zien hoe kikker Hein zich door de hindernissen in een woonkamer slaat en we dansen met boer Japik en de nevelkindertjes mee naar onbekende orden. Grappig zijn de illustraties waarin opvallende details zijn te ontdekken, zoals een portret van Biegel of een bekend playmobilpoppetje.

Het Groot Biegel sprookjesboek is een klassieker in een nieuwe jasje. Dit boek hoort op iedere school en kinderdagverblijf op de plank te staan. En het liefst ook bij zoveel mogelijk kinderen thuis. Want ieder kind wil opgroeien met mooie woorden en mooie beelden.

Groot Biegel sprookjesboek
Paul Biegel met illustraties van Charlotte Dematons
Gottmer, 2021