Schoenbek - Joukje Akveld


Joukje Akveld reisde veel door Afrika en schreef daar verschillende kinderboeken over. Tijdens een van haar reizen zag ze een Schoenbekooievaar, een grote vogel met een enorme snavel. Het is een vogel die snel als ‘lelijk’ wordt bestempeld en daar is Akveld het niet mee eens. Er ontstond een verhaalidee dat uiteindelijk vorm kreeg in het prentenboek Schoenbek.

Spletsj, spletsj waadt Schoenbek op zijn hoge stelten door het water op zoek naar een vis die niet ligt op te letten. Hij vangt er een ( ‘sorry vis….’) en speurt dan weer verder. Want de vis was maar klein en Schoenbeks buik is groot. ‘Ha, en niet alleen zijn buik!’ roept dan iemand die we pas op de volgende bladzijde zien. Het is Zadelbekooievaar die heel wat te zeggen heeft over het uiterlijk van Schoenbek: ‘Zo plomp, zo stomp, zo groot! Dat is geen snavel meer, maar een schoen!’ Hij vindt zichzelf veel mooier: ’Mijn snavel is een kleurenfeest. Het roodste rood, het geelste geel, en dan dat zwart… Het is een juweel, IK ben een juweel’.
Er zijn nog meer vogels die wat over het uiterlijk van Schoenbek te zeggen hebben, zoals de Bonte IJsvogel, de Kleine Zilverreiger en de Afrikaanse Zeearend. Allemaal voelen ze zich beter dan Schoenbek. Gelukkig is Schoenbek beter in opletten.
 
Met wat goede wil zou je dit verhaal een fabel kunnen noemen; een kort verhaal met dieren in de hoofdrol en met een duidelijke moraal. Verschillende dieren gaan helemaal op in hun ijdelheid en hebben daardoor geen oog voor hun omgeving. De bespotte vogel blijft bij zichzelf en laat zich niet afleiden. Daardoor ziet hij op tijd dat er gevaar dreigt en dan blijkt hij ook een kwaliteit te hebben die je niet aan de buitenkant kunt zien: hij is moedig.
Het verhaal is mooi uitgewerkt, waarbij tekst en beeld onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. De illustraties van de Zuid- Afrikaanse illustrator Piet Grobler vertellen namelijk een belangrijk deel van het verhaal.
Grobler is vermaard om zijn speelse vogeltekeningen en ook hier pakt hij uit met kleurrijke illustraties en veel interessant getekende dieren. De hoofdpersonen, allemaal bestaande Afrikaanse vogels, zijn duidelijk herkenbaar en grotendeels realistisch getekend.
Akvelds taal is rijk aan mooie woorden en omdat grote delen van het verhaal als dialoog zijn geschreven leest het ook lekker voor. De lezer kan veel plezier beleven aan zowel de opscheppers als aan de stoïcijnse Schoenbek en de manier waarop Grobler de gemoedstoestanden van de vogels tekent. Grobler en Akveld zijn een goede match, zij weten precies wat een fijn voorleesboek nodig heeft.

Schoenbek
Joukje Akveld met illustraties van Piet Grobler
Querido, 2022

© Piet Grobler