De veer van de vuurvogel - Sandra Dieckmann


De veer van de vuurvogel is het vierde prentenboek van De Britse illustrator Sandra Dieckmann. Haar werk kenmerkt zich door rijke sfeervolle illustraties vol dieren en planten. Zo ook in dit prentenboek waarin het jongste beertje uit een berenfamilie de hoofdrol heeft. Het beertje met de toepasselijke naam Kleine Beer heeft een grote dappere zus en een broer die alles ziet en graag grapjes maakt. Ze dragen namen die bij hen passen: Kei en Valk. Kleine Beer moet nog ontdekken welke naam bij hem past.
    Kleine Beer voelt zich diep van binnen geen beer. Hij is namelijk is snel bang. Zo durft hij niet vrijuit te dansen, hij durft niet in een boom te klimmen en hij is bang voor het wilde water. Dat verandert als Kleine Beer op een nacht een vuurvogel ontmoet en een van zijn veren krijgt, een magische veer. Met de veer in zijn hand durft Kleine Beer wel te dansen, in een boom te klimmen en de rivier over te steken. En dan gebeurt er iets waardoor hij zijn veer kwijtraakt.

Kinderen, zeker kinderen met een grote broer en/of zus, zullen zich zeker kunnen identificeren met Kleine Beer die alles (nog) niet zo goed kan. De veer van de vuurvogel geeft hem zelfvertrouwen en dan blijkt het beertje meer te kunnen dan hij dacht. De magische kracht die Kleine Beer aan de veer toeschrijft wordt prachtig weergegeven op de illustraties. Zo zien we de veer rond de stam van een hoge boom als een vangnet en in het water draagt de veer het beertje als een boot.
Kleine Beer verliest de veer als hij geconfronteerd wordt met een dier in nood. Natuurlijk gaat hij de veer zoeken, maar vindt niks. Uiteindelijk gaat Kleine Beer vertwijfeld naar huis: ‘misschien had hij alles gedroomd?’ Deze twijfel komt een beetje uit de lucht vallen, want de lezer heeft immers de veer goed kunnen zien en ook gezien dat de veer in het water viel en wegdreef.
Mama Beer troost haar kind met lieve en wijze woorden: ‘Weet je, iets wat we niet meer nodig hebben vergeten we soms net lang genoeg om het te laten verdwijnen. Misschien had jij die veer niet meer nodig.’ Dat is een mooie boodschap, maar wel een die voor kleuters waarschijnlijk nog moeilijk te begrijpen is. Gelukkig is duidelijk dat Kleine Beer zich getroost voelt en de toekomst met vertrouwen tegemoet ziet.

De illustraties zijn ook in dit boek weer prachtig. Met Kleine Beer en de andere dieren dwaalt de lezer door het bos waar veel in te ontdekken valt. De dieren zijn natuurgetrouw getekend, al doen ze wel menselijke dingen, zoals dansen. De gelaatsuitdrukkingen zijn passend bij het verhaal en voegen hier en daar er ook wat aan toe, zoals de angstige blik bij het dier in nood en de liefdevolle blik van mama Mos, ook als Kleine Beer dat niet schijnt te zien. De kaft van het boek is met goud afgewerkt en ziet er schitterend uit.

De veer van de vuurvogel is een rijk geïllustreerd verhaal over zelfvertrouwen en de zoektocht naar wie je bent en wat bij je past.

De veer van de vuurvogel
Sandra Dieckmann, vertaald door Bette Westera
Christofoor, 2023

© Sandra Dieckmann