Futuria - Suzanne Wouda


Het is oktober 1902 en Kraai waagt zich op verboden terrein, de buurt waar Achilles de scepter zwaait. Onder de straatkinderen van de stad gelden codes en een daarvan is dat Kraai en Achilles niet op elkaars terrein komen. De bende van Achilles daagt dan ook de bende van Kraai uit tot een gevecht, midden in de nacht op een plein. Het gevecht wordt onderbroken door agenten die de meeste kinderen oppakken, alleen Achilles en Kraai weten te ontkomen. De overige bendeleden worden in koetsen afgevoerd naar het eiland Futuria. Dit eiland is bekend door zijn pretpark vol prachtige attracties, een plek voor mensen met geld. Op het eiland zelf wonen weinig mensen. Er is het Drijvend Dorp waar vooral de werknemers van het pretpark wonen en de rijke Benjamin Gold woont er in een landhuis, samen met zijn vrouw, zijn dochter Libby en hun personeel.
Kraai en Achilles hebben er alles voor over om hun vrienden terug te halen, zelfs als dit betekent dat ze moeten samenwerken. Hun vrienden worden gevangen gehouden in een verlaten gevangenis op Futuria. Langzaam maar zeker komen ze erachter wat er aan de hand is. Het leven van hun vrienden loopt gevaar en hun vijand is erg machtig.

Suzanne Wouda slaat als auteur met dit boek een andere weg in. Ze is vooral bekend als schrijfster van  historische kinderboeken. Voor Sabel, een verhaal over kamp Vught in de Tweede Wereldoorlog kreeg Wouda in 2018 een Zilveren Griffel. Futuria speelt zich af in een fictief land, maar de tijdsperiode (begin 20e eeuw) wordt vanuit een historisch oogpunt realistisch beschreven. Nieuw voor Wouda is de keuze voor ‘een duister avonturenverhaal’.
Wouda zet de sfeer goed neer. Op geloofwaardige wijze beschrijft ze de armoede, honger en kou als ook het bruisende leven op Futuria. Het verhaal wordt afwisselend verteld door Kraai, Achilles en Libby. Ze hebben ieder een eigen stem. Kraai praat in zijn hoofd veel met zijn overleden zusje, Achilles is een overlever die geen blad voor de mond neemt en Libby ziet de gebeurtenissen vanuit een ander perspectief. Doordat de lezer zowel in het hoofd van Kraai als in het hoofd van Achilles kruipt wordt steeds duidelijker hoe de verhouding tussen die twee zit. Ze hebben een geschiedenis met elkaar. Kraai heeft de bende van Achilles verlaten en dat verraad zal Achilles hem nooit vergeven. Wat er nu precies gebeurd is tussen die twee blijft echter onduidelijk. Zoals gezegd brengt Libby een ander perspectief in het verhaal. Zij groeit beschermd op en haar grootste zorg is de gezondheid van haar moeder. Ze weet niet goed waar haar vader zich mee bezighoudt, tot hij haar bij zijn bezigheden betrekt. Dat brengt haar in een lastige positie waarin ze pijnlijke keuzes moet maken.
Wouda neemt de tijd om het verhaal te vertellen, het boek heeft bijna 300 pagina’s. Er wordt vanaf het begin gehint naar gebeurtenissen uit het verleden, zoals de dood van Kraais zusje en de vijandschap tussen Achilles en Kraai, maar het duurt erg lang voor deze hints weer opgepakt worden en kleur krijgen. Als dit al gebeurt, want de oorzaak van het conflict tussen Achilles en Kraai wordt nauwelijks toegelicht. Gelukkig is de hoofdlijn van het verhaal, het op tijd bevrijden van de ontvoerde bendeleden voor hen een afschuwelijk lot wacht, spannend genoeg om de aandacht vast te houden. Wouda schuwt onverwachte en heftige wendingen niet.
De drie vertellers zijn de best uitgewerkte personages, waarbij overlever Achilles die zijn mening vrijelijk uit de meest vermakelijke is. De overige bendeleden komen niet echt tot leven; wie zij zijn en wat hun verbondenheid met de bendeleiders is wordt mager uitgewerkt. Ook andere bijfiguren krijgen weinig inkleuring en blijven steken in eenzijdige personages zoals de strenge kinderjuf, de slechte bewaker, de aardige keukenmeid en de rijke snob.
Toch is Futuria een fijne leesbeleving voor diegenen die houden van een spannend verhaal met donkere kantjes.

Futuria
Suzanne Wouda met illustraties van Sophie Pluim
Ploegsma, 2024