6 tot 9 jaar
Jongenssoep met balletjes - Kristien Dieltiens
In het rijke oeuvre van de Vlaamse schrijfster Kristien Dieltiens vinden we een aantal hele fijne sprookjesboeken. Dieltiens heeft les gegeven op een antroposofische school, een omgeving waarin de beeldtaal van sprookjes heel serieus wordt genomen. Dat zie je terug in haar boeken waarin ze sprookjes uit verschillende delen van de wereld navertelt. Deze boeken hebben altijd een thema: kettingsprookjes voor jonge kinderen, verhalen over reuzen, een boek over draken en monsters en nu is het de beurt aan elfen, heksen en heksenmeesters.
In een toelichting aan het einde van het boek vertelt Dieltiens dat verhalen over elfen, feeën, heksen en heksenmeesters in veel culturen voorkomen en ze bespreekt een aantal vaak voorkomende thema’s. Zo kunnen elfen en feeën je goedgezind zijn, maar ze staan eveneens bekend als kleine plaaggeesten die je graag laten verdwalen in een moeras of een donker bos. Ook heksen en heksenmeesters hebben twee kanten, waarvan de heks Baba Yaga een goed voorbeeld is, zij kan je zowel goedgezind als kwaadgezind zijn. In een nawoord wordt ingegaan op de historische heksenvervolgingen die niets met sprookjes te maken hebben, maar eerder het gevolg zijn van angst en de behoefte een schuldige aan te wijzen voor dat wat niet wordt begrepen (of om op een lelijke manier van een concurrent af te komen).
Dieltiens is op zoek gegaan naar sprookjes waar op een traditionele wijze naar elfen, feeën, heksen en heksenmeesters wordt gekeken en ze probeert weg te blijven bij clichés, vooronderstellingen en vooroordelen. Het levert een heerlijk sprookjesboek op met eenentwintig prachtige verhalen. De meeste zijn afkomstig uit Europese landen, maar er zijn ook sprookjes uit Egypte, Iran, India, Pakistan, Japan en Amerika. Sommige verhalen zullen bekend voorkomen als bewerkingen van sprookjes die in de Lage Landen algemeen bekend zijn.
Dieltiens is een vlotte beeldende verteller. Haar verhalen beginnen weliswaar niet met het traditionele ‘er was eens’, maar soms is er wel sprake van een echt sprookjesachtig begin, zoals deze eerste zinnen uit het verhaal De dansende feeën: ‘Er was ooit, of was er nooit? Ja, er waren eens in vroeger tijden, toen de dieren konden schrijven, de ezel goud kakte, de vissen in de bomen sliepen, de kameel zoete broodjes bakte en de vlieg nog kapper was, ja toen, waren er eens twee vrienden.’
Dieltiens schuwt de wrede kant van het sprookje niet. Er verdwijnt weleens iemand in een kookpot of er wordt iemand aan stukken gesneden. Onschuldigen worden vaak weer tot leven gewekt, maar het boze komt smartelijk aan zijn einde. Een enkele keer sluit het sprookje af met een waarschuwing. Bijvoorbeeld de raad dat als je zes knoestige dode bomen op je land hebt staan, je deze direct om moet hakken.
Ieder sprookjesboek van Dieltiens is door een andere illustrator van tekeningen voorzien. Jongenssoep met balletjes is geïllustreerd door Jade Yaert. Zij werkt met zachte kleuren en kiest voor ieder sprookje een eigen kleurpalet. Elk verhaal heeft zijn eigen illustratie en Yeart laat daarop vaak meerdere gebeurtenissen uit het verhaal in een afbeelding zien. Het zijn sfeervolle tekeningen die goed bij de sprookjes passen.
Jongenssoep met balletjes
Kristien Dieltiens met illustraties van Jade Yaert
De eenhoorn, 2024
© Jade Yaert |