De zigzagslang - Yoeri Slegers

'Hallo, ik ben een zigzagslang,
Ik kruip zigzag, dat doe ik al lang.
Zou ik eens wat nieuws proberen?
Is het tijd om iets anders te leren?'

Op de illustratie zien we de zigzagslang, zwart met groen en zijn slangenlijf bestaat uit vier driehoeken, een duidelijk zigzaglijf. Als de zigzagslang een andere slang zwierig zwiepend en kronkelend voorbij ziet komen, wil hij dat ook. En het lukt, want een van de zigzaggen in het slangenlijf wordt een kronkel. Rechts op de bladzijden zien we al de neus en de tong van weer een andere slang en deze slang (‘kijk wat een leuk grapje’ ) die maakt een trapje. Natuurlijk kan de zigzagslang dat ook. En naast de kronkel komt er nu ook een trapje in het slangenlijf. Je voelt het al aankomen, onze zigzagslang ziet nog veel meer bijzondere slangen en uiteindelijk raakt hij helemaal de kluts kwijt: ‘Oef, wat zag ik veel. Wiebelende wabbels. Kronkelige krullen. Lange, luie lussen. Slingerende slangen. Wat ga ik nu aanvangen?’ Uiteindelijk kiest hij voor wat hij het allerbeste kan.

De Vlaamse illustrator Yoeri Slegers koos een eenvoudig uitgangspunt voor zijn prentenboek en werkt dat vervolgens aantrekkelijk uit. De vormen van de slang zijn duidelijk te zien en kunnen ook met de vinger gevolgd worden. De verschillende slangen zijn gelukkig niet eng, ze hebben vriendelijke koppen en sommige hebben zelfs een passend hoofddeksel. Erg leuk is dat helemaal aan de rechterkant op de pagina iedere keer al iets te zien is van de nieuwe slang die onze held voorbij zal zien komen.
De bladzijden zijn overzichtelijke ingedeeld. Tegen een gekleurde achtergrond zien we de zigzagslang en de passerende slang. Tot de verwarring toeslaat, dan verandert de omgeving in een kleurrijke kluwen (vriendelijke) slangen, waar de zigzagslangslang uiteindelijk weer uit tevoorschijn kruipt.
De tekst is speels en vol met leuke klankrijke woorden. Wel stoort het gebruik van een foutieve verleden tijd in bovenstaand citaat.

De zigzagslang - Yoeri Slegers