Otje - Annie M.G.Schmidt


Weekblad Margriet en haar uitgever wilde graag dat Annie Schmidt na het succesvolle verhaal over Pluk opnieuw een kinderboek zou schrijven, maar het wilde niet erg vlotten. Privé maakte Annie een moeilijke tijd door, haar man was ernstig ziek, en ze liet haar uitgevers weten dat het kinderboek dat ze onder handen had niet opschoot. In 1975 schreef ze zelfs dat ze beter opnieuw kon beginnen omdat het zo slecht was, in 1977 zag het er niet veel beter uit: ´de toon is voor kinderen van een jaar of twaalf, maar het verhaal is sprookjesachtig, met toverstafjes en zo´.
Met hulp van Fiep Westendorp kreeg Annie uiteindelijk grip op het verhaal en verscheen in maart 1979 de eerste aflevering van het feuilleton Otje in Margriet. In 1980 werd het boek uitgegeven en 1981 kreeg Annie er de Gouden Griffel voor.

Otje wordt vaak aangeduid als de vrouwelijke tegenhanger van Pluk. Ook zij is een vrije meid die goed voor zichzelf kan zorgen en daarnaast over haar vader, kok Tos, waakt. Tos is zijn papieren in de bureaucratie kwijt geraakt en heeft daardoor problemen met het vinden van een vaste baan. Als hij werk heeft krijgt hij maar weinig betaalt en moet hij zijn werkgever vooral niet kwaad maken. Tos is echter een man met een kort lontje en als Otje niet op tijd ingrijpt is een driftbui met al zijn gevolgen snel geboren.
Tos en Otje kunnen met dieren spreken. Dat brengt ze in de problemen als ze vogels en muizen willen redden, maar het spreken van dierentaal helpt wel weer om plichtgetrouwe politiehonden over te halen een oogje dicht te knijpen.
Otje en haar vader proberen al reizend aan de kost te komen. Met hen mee reizen twee kibbelende muizen die de wijde wereld willen zien. Het valt niet mee voor Tos en Otje zonder papieren de eindjes aan elkaar te knopen. Uiteindelijk komt natuurlijk alles goed en vinden Tos en Otje hun plekje én krijgt Tos zijn papieren terug.

Otje weerspiegelt Annie´s kijk op de wereld: haar afschuw van burgerlijkheid, hypocrisie en autoriteiten deelt ze met haar hoofdpersonage Tos. Otje kun je zien als een satire op dom gedrag van ´grote mensen´ en dat is zowel de kracht als de zwakte van het boek. Het is altijd leuk voor jonge lezers als volwassenen rare dingen doen waarvan het kind wel weet dat het zo niet hoort, Tos is daar een meester in. Maar het gevecht tegen de bureaucratie en het moeilijk te begrijpen feit dat Tos ´zijn papieren´ kwijt is, is lastig. Net als de vogels in het verhaal, die voor Tos overal papiertjes stelen, lijkt het zo´n simpel probleem.

Fiep Westendorp heeft bij het verhaal weer prachtige illustraties gemaakt. Ze laat Tos zien als een dikke kok, in vol ornaat met zijn koksmuts op en bestek bij zich. Otje oogt eigenwijs, altijd gekleed in broek met shirt, tenzij goedwillende tantes haar in een jurk hijsen en het is duidelijk geen gezicht, jurken horen niet bij Otje. Fiep heeft zich uitgeleefd in het afbeelden van vogels, een onderwerp dat ze graag tekende. In allerlei variaties vliegen ze door het boek.
De illustraties laten weer zien hoe meesterlijk Fiep Westendorp stemmingen uit kan drukken in gelaatsuitdrukkingen en in lichaamshouding. Een heerlijk voorbeeld daarvan is de illustratie waar een bijna blote Otje en Tos met de armen over elkaar afwachtend bloot zitten te zijn in de wasserette. Ze ogen niet helemaal ontspannen, want er zou wel eens iemand binnen kunnen komen terwijl zij illegaal hun wasje draaien.

Otje is sinds 1980 altijd in druk geweest en het boek is in verschillende talen vertaald, onder andere in het Spaans (Oti y papá Gastón) en Servisch (Oce i njen tata Tos). Er verscheen een kookboek met recepten van de gerechten die Tos maakt, er was een televisieserie en er is natuurlijk een luisterboek met Flip van Duijn als voorlezer.

Otje
Annie M.G.Schmidt (tekst) en Fiep Westendorp (ill)
Querido, 2006