12 tot 15 jaar
Schoolidyllen - Top Naeff
´´t was krans bij Jeanne van Laer´ is de openingszin van de klassieker Schoolidyllen van Top Naeff. Anthonetta Naeff werd in Dordrecht geboren in 1878 en Schoolidyllen verscheen in 1900. Ze schreef het in twee weken en het werd al snel een populair boek.
Het verhaal gaat over vijf meisjes, ongeveer 16 jaar en afkomstig uit de betere kringen. Ze bezoeken een meisjesschool waar Frans gesproken wordt en brengen hun tijd verder door met taartjes eten, bij elkaar op bezoek gaan en de Kunstclub. De meisjes dromen over de tijd dat ze volwassen zullen zijn en ze hun haar mogen opsteken en met ´juffrouw´ zullen worden aangesproken.
De meisjes hebben verschillende karakters: de brutale Jet met het hart van goud die opgevoed wordt in het liefdeloze huishouden van haar oom, de keurige Jeanne die verliefd wordt op een jonge luitenant, de zusjes Noes en Lien die in de toekomst ´onder mensen moeten gaan´, dat wil zeggen betaald werk moeten gaan doen en Maud, rechtdoorzee en niet bang uitgevallen.
De meisjes hebben verschillende karakters: de brutale Jet met het hart van goud die opgevoed wordt in het liefdeloze huishouden van haar oom, de keurige Jeanne die verliefd wordt op een jonge luitenant, de zusjes Noes en Lien die in de toekomst ´onder mensen moeten gaan´, dat wil zeggen betaald werk moeten gaan doen en Maud, rechtdoorzee en niet bang uitgevallen.
Schoolidyllen is een van de eerste boeken die vanuit het gezichtspunt van de ´bakvissen´ werd geschreven en het verhaal kenmerkt zich door humor en sentiment. Vele tranen zijn er al vergoten om de vroege dood van Jet, op haar zeventiende verjaardag.
Uitgeverij Gottmer bracht onlangs de 28e druk van dit boek uit. De tekst is niet bewerkt maar wel voorzien van een toelichting. Woorden als ´kapotje´, ´huisnaaistertje´, ´quasi´ en ´appreciëren´ worden uitgelegd. Ook gewoonten uit die tijd worden omschreven, zoals de omgang met personeel, het geven van fooien, het gebruik van de fiets en de hondenkar, hoe de jongedames zich kleden en op welke wijze het haar gedragen werd.
Het ouderwetse taalgebruik draagt zeker bij tot de sfeer van het verhaal, maar vraagt wel wat leeservaring. Het is de vraag of meisjes van deze tijd zin hebben zich te verdiepen in de leefwereld van meisjes die ruim een eeuw geleden leefden. Wie zich openstelt voor de gedateerde belevenissen van Jet, Jeanne, Lien, Noes en Maud zal zeker genieten en op hun beurt weer een traan uit de ogen vegen ´als de krans voor het laatst bijeen is geweest´.