Aan de kant, ik ben je oma niet! - Bette Westera

 

Aan de kant, ik ben je oma niet
 is zo´n boek waarvan ik al halverwege wist dat het een vaste plaats in mijn boekenkast zou krijgen. Het boek ziet er prachtig uit, de gedichten van Westera zijn origineel en lopen als een tierelier en in de illustraties van Sylvia Weve valt steeds weer iets nieuws te ontdekken. 

Westera schets in het boek twaalf portretten van oude mensen. Meestal zijn ze alleen, soms is het een echtpaar. In ieder gedicht belicht Westera een aspect van het leven van de hoofdpersoon. Bijvoorbeeld dat over meneer Van Bemelen wordt gefluisterd. De zusters vinden hem zo lelijk als de nacht:´Die rare, natte neus,/ je weet gewoon niet wat je ziet./ Die hangerige wangen/en die spekkerige nek./En dan die mond. Dat is geen mond,/dat is gewoon een bek!´/ 
Het gedicht over het echtpaar Roest-van Remmerswaal schetst hun teleurstelling in het leven. Vrienden hebben ze niet en ze hebben last van bijna iedere kwaal. De dames Jansen en Verbruggen zijn beter af; zij trouwen met elkaar op 82 jarige leeftijd. 
De gedichten over de oude mensen worden gevolgd door een gedicht over hun jonge jaren. Dan blijkt dat Hans van Bemmelen altijd zielige min of meer mislukte honden een thuis geboden te heeft. Het mopperende echtpaar heeft een lange geschiedenis van vasthoudende ontevredenheid die hun dochter zelfs heeft weggejaagd. Als de dochter na zeven jaar een brief stuurt met foto´s is er voor het echtpaar nog steeds wat te mopperen:´Haar ouders zeiden:´Kijk nou toch, ze kan niet eens meer spellen./ Ze zegt dat het haar spijtte, maar het is: dat het haar speet!/ Ze had wel telefoon, maar ze besloten niet te bellen./Dat spijtte zat ze dwars- ´Dat zo´n slim kind dat niet meer weet!/´ 
De bruiden op leeftijd waren op de MMS al verliefd op elkaar, maar dat was een verboden liefde:´Joke ging met Johan,/Thea ging met Ton./Corrie ging met Karel,/Annet ging met Yvon./Maar niemand mocht het weten,/dus hielden ze het stil./Al kon het niet, Annet wist zeker:/Dit is wat ik wil.´/ 

De gedichten van Westera zijn lang en bloemrijk en daarin doet ze denken aan Annie M.G. Schmidt, die ook op losse toon met hier en daar een grappige veelzeggende tussenzin en veelvuldig gebruik van spreektaal een vers kon schrijven waarin de glimlach en de ontroering dicht bij elkaar liggen. Westera is vaker in haar dichtwerk met Schmidt vergeleken, maar in haar eerdere werk was ze minder stabiel. Ze smokkelde hier en daar met het ritme of koos voor een ongelukkig rijmwoord. Daar is in dit boek geen sprake van. Ritme, woordkeus, inhoud, het klopt allemaal. 

In de bekroonde dichtbundel Ik leer je liedjes van verlangen werkte Sylvia Weve en Bette Westera al succesvol samen. Weve maakte voor dit boek met dierengedichten vernieuwend werk. Ook voor Aan de kant, ik ben je oma niet vond Weve zichzelf opnieuw uit. De illustraties die ze voor dit boek maakte zijn in kleur en ze kiest voor een grafische stijl. Het boek bestaat uit diverse pagina´s die open geslagen kunnen worden en Weve speelt met deze vormgeving; ook de illustraties laten niet alles in één keer zien. Weve heeft het werk van Westera geïnterpreteerd vanuit verschillende invalshoeken. Soms voegt de tekst het ontbrekende element toe om het gedicht helemaal te begrijpen. Zo ziet de lezer dat de lelijke heer van Bemmelen op zijn zielige hondjes is gaan lijken. Soms gebruikt ze de tekst voor een grapje en tekent bijvoorbeeld een kraantje aan een loopneus. Een andere keer wordt door het kleurgebruik de stemming van de tekst versterkt. De associatieve illustraties zijn stuk voor stuk kunstwerken. Naast de dichtbundel haal je met dit boek een kunstboek in huis. 

Aan de kant ik ben je oma niet wordt als dichtbundel voor kinderen uitgegeven. De gedichten en de illustraties zijn geen eenhapscrackers. Ze lezen vlot weg en je kunt ze direct begrijpen, maar er zit ook een laagje onder, een emotie die niet uitgesproken wordt. Ondanks de focus op oudere mensen zullen veel kinderen wel met het centrale thema uit de voeten kunnen: heden en verleden hebben met elkaar te maken. Wellicht maakt het ze nieuwsgierig naar de levensloop van hun grootouders. 

Aan de kant, ik ben je oma niet! 
Bette Westera (tekst) & Sylvia Weve (ill) 

Gottmer, 2012