Meester Pompelmoes - Hans Andreus


Meester Pompelmoes is er weer! Eigenlijk is hij nooit weg geweest, maar zichtbaar was hij niet altijd. Het eerste Meester Pompelmoesboek verscheen in 1964. Tien boeken schreef Hans Andreus over de avonturen van de schoolmeester, alle geïllustreerd door Babs van Wely. Eind jaren negentig verscheen een bloemlezing, Het grote boek van Meester Pompelmoes, met een bewerkte aan de tijd aangepaste tekst en geïllustreerd door Saskia Halfmouw. En nu ligt er weer een nieuwe uitgave die kortweg Meester Pompelmoes heet. Een prachtig uitgegeven boek met veel kleurige illustraties van Charlotte Dematons en met een voorwoord van Jacques Vriens. Aan de tekst is deze keer niet gesleuteld.

Meester Pompelmoes is een bijzondere schoolmeester met bijzondere huisdieren. Hij is een beetje ouderwets, hij kan een beetje toveren, hij is wat eigenwijs en hij verrast zijn omgeving regelmatig met zijn leuke invallen. De huisdieren (een geleerde kater, een altijd goedgehumeurde adellijke hond en een brutale Tuinkraai) spelen een belangrijke rol in de verhalen.
Meester Pompelmoes maakt veel mee: in zijn nieuwe huis laat hij per ongeluk een plaagkobold los die hem geen moment rust meer gunt, hij ontmoet zijn dubbelganger die een laakbaar beroep uitoefent, hij maakt een onbewoond eiland in zijn tuin, hij bouwt een raket, hij krijgt de kriebels en hij raakt een grapje kwijt. Natuurlijk staat Meester Pompelmoes ook voor de klas en daar krijgt hij te maken met een vliegend jongetje, een dromerig meisje en een opstand tegen zijn nakijkmachine. De verhalen van Andreus zijn fantasierijk, verrassend en origineel. Want wie heeft er nu een auto die alleen wil rijden als je voor hem zingt, wie kijkt er niet van op een tijger in huis te vinden en wie vindt de bankjes in het park zielig omdat er niemand op gaat zitten?
Andreus is tegenwoordig vooral bekend als dichter, maar een groot gedeelte van zijn oeuvre bestaat uit verhalen en versjes voor kinderen. Zijn taalgebruik heeft een lichte toon, zijn dialogen lopen uitstekend en in zijn woordkeuze herkennen we de dichter als er sprake is van een ´fonkelnieuw grapje´, een ´ouweklerenman´, een ´dubbelstaartige Zwalkzwaluw´ of een ´mompelpoes´. De verhalen laten zich goed voorlezen en het hier en daar opduiken van een ouderwets woord stoort niet. Dat past wel bij de ietwat ouderwetse Meester Pompelmoes.

Hans Andreus bemoeide zich destijds met de illustraties die Babs van Wely maakte, hij gaf aanwijzingen hoe Meester Pompelmoes en zijn bijzondere huisdieren eruit moesten zien. Charlotte Dematons, die in 2012 volop in de belangstelling stond met haar prentenboek Nederland, respecteert dat. Meester Pompelmoes is nog altijd een dikke kalende man en ook de Fleurige Hond, de Geleerde Kater en Gerrit de Tuinkraai zijn weinig veranderd. Natuurlijk kiest Dematons wel haar eigen momenten uit de verhalen om af te beelden en haar illustraties zijn, in tegenstelling tot die van haar voorgangers, in kleur.

Meester Pompelmoes
Hans Andreus (tekst) en Charlotte Dematons (ill)

Holland, 2013