De brief voor de koning - Tonke Dragt


Tonke Dragt debuteerde als kinderboekenschrijver in 1961 en bracht een jaar later haar tweede boek uit: De brief voor de koning. De kwaliteit ervan werd al snel erkend, het boek won de prijs voor het beste kinderboek van het jaar (de voorloper van de Gouden Griffel). Dat was nog maar het begin. In 2004 kenden zeventig voormalig griffeljuryleden ter ere van het vijftigjarig jubileum van de Kinderboekenweek De brief voor de koning de Griffel der Griffels toe. In 2008 werd het boek verfilmd en in 2014 begon het zijn zegetocht in Engeland waar het inmiddels razend populair is.

Het verhaal gaat over de zestienjarige Tiuri. Op de nacht voor hij zijn ridderslag zal ontvangen waakt hij in de kapel samen met zijn vrienden. Onder geen beding mogen zij hun wake onderbreken. Dan wordt er aan de deur gerammeld en horen ze een stem:´In Gods naam, doe de deur open.´
Tiuri opent de deur. Er staat een onbekende man die een dringend beroep op hem doet terstond een brief naar de Zwarte Ridder met het Witte Schild te brengen die verblijft in een herberg in het bos. Het welzijn van een heel koninkrijk hangt ervan af zegt hij. Tiuri besluit de opdracht te aanvaarden en rijdt op een gestolen paard naar het bos. Daar vindt hij de ridder, maar deze is stervende. Hij vraagt Tiuri namens hem de brief naar de koning van Unauwen te brengen. Unauwen is het buurland dat achter de bergen in het westen ligt. Tiuri moet direct vertrekken. De ridder waarschuwt dat het een gevaarlijke tocht zal worden. Vijanden zullen hem achtervolgen en voor niets terugdeinzen om de brief in handen te krijgen. Tiuri belooft op zijn (aanstaande) riddereer dat hij de brief naar de koning zal brengen.
De tocht (heen en terug) zal uiteindelijk anderhalve maand duren en voert Tiuri langs kastelen, bossen, over de bergen en naar onbekende steden. Tiuri staat tegenover geduchte vijanden en hij kampt met tegenslagen. Maar hij krijgt ook hulp en maakt nieuwe vrienden.
Als alles is volbracht en Tiuri terug is in zijn land rest er nog één vraag: zal zijn koning hem alsnog tot ridder willen slaan?

Van alle (succesvolle) boeken die Tonke Dragt schreef is De brief voor de koning de bekendste. Het ondernemen van een gevaarlijke reis waarvan een jongeling wijzer huiswaarts keert is een klassiek en populair thema in de literatuur. Dragt liet zich onder andere inspireren door de verhalen over koning Arthur en Keltische sagen.
Het is opmerkelijk dat de taal van het boek nauwelijks is verouderd. Dragt schrijft alsof ze aan het haardvuur zit te vertellen. De tocht van Tiuri wordt beeldend beschreven, evenals de mensen die hij ontmoet. Klankrijk zijn de namen in haar ridderwereld: Eviellan, Yikarvara, Mistrinaut of Ristridin. Hier en daar duikt er een ouderwets woord op dat bijdraagt tot de unieke sfeer die de schrijfster weet op te roepen, want woorden als vertoeven, paladijnen en jongelieden horen thuis in een tijdloos ridderverhaal.
Spannend is het natuurlijk ook. Soms kondigt de schrijfster het gevaar van te voren aan:´Toen gebeurde het. Gefluister, dat niet van wind door de bomen was...gekraak van takken, niet van dierenpoten...´ . Andere keren overvalt het gevaar Tiuri totaal onverwacht en één keer ontsnapt hij ongemerkt aan de dood.
Tiuri is de representant van de ridderidealen: hij wil met een zuiver hart strijden voor het goede. Dragt laat zien dat dit niet zo eenvoudig is. Tijdens de tocht is Tiuri soms wanhopig, kwaad, onzeker, bang, overmoedig of verdrietig. Dat maakt hem tot een geloofwaardige hoofdpersoon.
Tiuri ontmoet veel mensen tijdens zijn reis: nobele ridders, doortrapte schurken, rovers, handelslieden, koningen, een nar, een dwaas en een kluizenaar. Hij vindt een echte vriend in Piak, die hij leert kennen in de bergen. Deze vriendschap speelt een belangrijke rol in het verhaal.
De bijzondere sfeer van het boek wordt ook bepaald door de prachtige tekeningen die Dragt bij het verhaal maakte. Het boek dankt er zijn bestaan aan, want het begon allemaal met het tekenen van de landkaart van het Rijk van Unauwen en het Rijk van Dagonaut. Daar fantaseerde Dragt een jongen bij die op de nacht van zijn ridderwake de opdracht krijgt een brief naar de koning te brengen. Een heel belangrijke brief, waarvan de inhoud ook voor de schrijfster lange tijd een geheim was.
Tonke Dragt schreef in 1965 een vervolg: Geheimen van het Wilde Woud. Ook schreef ze enkele sagen afkomstig uit het land van Unauwen, waarvan Het gevaarlijke venster de bekendste is.

De brief voor de koning is een klassieker die nog lang mee kan. Ook hedendaagse lezers zullen genieten van het spannende sfeervolle avontuur.

De brief voor de koning
Tonke Dragt
Leopold, 1962