gedichten
Dag poes! - Mies van Hout
De speelse kleurrijke tekeningen van Mies van Hout vervelen nooit. Deze keer tekende ze prachtige en heel verschillende poezen. Van Hout dook onder in de belevingswereld van de kat en overhandigde uiteindelijk twintig tekeningen aan vijf dichters. De vijf dichters, Bette Westera, Koos Meinderts, Sjoerd Kuyper en Hans & Monique Hagen, hebben allemaal hun sporen als schrijvers van kinderpoëzie ruimschoots verdiend.
Voor kattenkenners is dit prachtig uitgegeven boek een feest van herkenning, van de dromerige kat op de vensterbank tot de doodsbange kat op oudejaarsavond. De dichters kiezen echter lang niet altijd voor een voor de hand liggend onderwerp. In het gedicht van de Hagens bij een tekening van een kat die zich uitrekt zoals alleen katten dat kunnen, begint de tekst ontspannen en lieflijk en sluit daarmee mooi aan bij de vrolijke lentekleuren waarmee de kat getekend is: ‘de merel zingt/de roodborst hipt/de ekster lacht/het zonlicht toe’ Maar dan komt de verrassende wending als de dichters de aandacht op een ander detail op de tekening vestigen waardoor de vogels voor hun leven moeten vrezen.
Het jachtinstinct (of het ontbreken daarvan) is vaker het onderwerp van een gedicht, van het vangen van een vlieg tot het verlangen naar de jacht op een moddervette maaltijdmuis. Andere katten zien liever dat mensen hun eten verzorgen en de lat ligt daarbij hoog. Bette Westera somt de wensen van een blakende blozende kat op: ‘Dun gesneden runderhart/ en lamsvlees, mals en mager,/ parelhoen of kwartel/van een echte scharrelslager’.
Andere katten zijn in de war, bijvoorbeeld omdat ze zichzelf in de knoop gespeeld hebben. In de woorden van Sjoerd Kuyper klinkt dat zo:’ Ik weet niet meer wat onder is/ en ook niet meer wat boven./ En dat een bal een bal is,/ dat kan ik niet meer geloven.’ Op de illustratie staat een enigszins verbaasd kijkende jonge kat, ondersteboven en pluizig en verstrikt in de draad van een bolletje wol.
Grappig is het gedicht van Koos Meinderts over een weinig heldhaftige kat die voor van alles en nog wat bang is. Er volgt een opsomming van enge dingen en dan de climax: ‘Maar ik vrees het allermeest/ het enge Poezebeest/dat zich met zijn giechel/verstopt heeft in de spiegel.’
De illustraties van Van Hout zijn geweldig. Ze zijn divers, vol beweging, in verrassende kleuren en ze laten een breed spectrum aan typisch kattengedrag zien. Bijvoorbeeld een ontspannen kat, liggend op zijn rug en in alles een uitnodiging om hem te strelen. Hij ligt op een donkerroze achtergrond en is niet omlijnd, zijn aaibaarheid dijt aan alle kanten uit. Het is een zwarte kat, maar wel eentje op zijn Mies’ en dus zijn er kleurige patronen in diverse technieken in zijn vacht verwerkt. Bette Westera schreef er een klankrijk gedicht bij dat precies uitdrukt wat de kat wil zeggen: Streel me!
Er staan veel poezen met bijzondere kleuren in het boek. Het nodigt de dichters uit om in te spelen op de stemming die een kleur kan oproepen. Zoals het warme rood en paars dat een illustratie van een slapende kat domineert. Die kat droomt duidelijk een mooie droom. En een kat omhult door grijs, die mijmert natuurlijk en is de achtergrond rood en de ogen van de kat ook, dan is hij een ‘Poesje Wrauw’.
Dag Poes! is een prachtig uitgegeven boek met betoverend mooie en originele illustraties die aan kracht winnen door de goed gekozen woorden van de dichters. Een must-have voor iedere kattenliefhebber.
Dag poes!
Mies van Hout (illustraties) met gedichten van Bette Westera, Koos Meinderts, Sjoerd Kuyper en Hans & Monique Hagen (tekst)
Hoogland & Van Klaveren, 2017