9 tot 12 jaar
Was de aarde vroeger plat? - Bette Westera
Was de aarde vroeger plat? is een nieuw boek van het gouden duo Westera en Weve. Na boeken met gedichten over ouder worden, de dood en een sprookje staan nu lastig te beantwoorde vragen centraal, of zoals Bette Westera dat formuleert: (...) ‘vragen die vragen/ om een versje/ een gedicht/ een schilderij/ Vragen die vragen/ om iets/ wat dartel om ze heen kan draaien/ zoals de aarde/ eeuwig om zijn as.
Op de kaft krijgt de lezer al een indruk om wat voor soort vragen het gaat en daarbij valt op dat ze vaak om het thema tijd draaien. Voorbeelden daarvan zijn: Hoe weet je dat tijd bestaat, Kun je langzamer zijn dan de tijd, Kan de tijd echt vliegen, Wanneer begint iets of Kun je altijd sneller blijven worden. Er zijn ook vragen die inspelen op andere moeilijk te begrijpen grootheden zoals de vraag waar de ruimte ophoudt, hoe diep je kunt slapen of uit hoeveel vissen een school bestaat.
De antwoorden geven geen uitleg, ze zijn het startpunt van een dichterlijke associatie. Soms levert dit een gedicht rijk aan beeldspraak op, bijvoorbeeld het antwoord op de vraag Hoe weet je dat tijd bestaat?: ‘De tijd zit in de gaten in je broek./ De tijd zit in het hoofd van oude mensen./ De tijd zit in de schimmel op de koek./ De tijd zit in verwachtingen en wensen. (...)
Bij andere gedichten is de vraag aanleiding tot een uitdagend taalspel zoals de discussie tussen de kip en het ei: ‘Dag ei’, zei de kip/’Dag kip,’ zei het ei./ ‘Wie was er nu eerder, ik of jij?// ‘Jij,' zei de kip./ ‘Nee jij,' zei het ei./’Want ik lag hier nog niet en toen legde jij mij.’// (...)
Sommige vragen krijgen echt een antwoord, bijvoorbeeld de vraag Wanneer begin je met bestaan?: (...) ‘Ik ben ik weet niet hoeveel jaar./Zo oud als mama’s ei/en papa’s zaadje bij elkaar.
Andere vragen krijgen helemaal geen antwoord, maar zijn het startpunt van een fantasie. Bijvoorbeeld in het versje Kun je door de tijd reizen? waarin de eerste regel geen antwoord maar een feit is: ‘In mijn toffe tijdmachine/ kan ik zelf de tijd bedienen.’ (...)
De versjes van Westera zijn, zoals altijd, mooi ritmisch en ze lezen prettig voor. Westera kiest voor beproefde rijmschema’s en stijlfiguren en binnen haar oeuvre verrassen ze niet. Dat is jammer voor de ervaren poëzielezer, maar voor de beoogde doelgroep van jonge lezers zal dit geen bezwaar zijn. Westerta’s kinderpoëzie blijft tot het beste behoren.
De illustraties van Sylvia Weve komen in dit mooi vormgegeven boek volledig tot hun recht. Er is goed nagedacht over de vormgeving. Het valt op dat de vouw tussen de pagina’s vaak verwerkt wordt in de illustraties. Zo kan het de grens zijn tussen een dag-en een nachttafereel of de dominerende lijn die het perspectief bepaalt. Op andere pagina’s wordt de vouw juist genegeerd en loopt de tekening er brutaal overheen. Dit spelen met de vouw tusen de pagina’s past bij Weves stijl. Ze speelt ook graag en vakkundig met de kijkrichting of met het perspectief.
Het samenspel tussen tekst en beeld is niet altijd origineel. Zo zien we een tijdmachine en een kip bij bovengenoemde gedichten. Overigens zijn die verre van standaard getekend. Origineler is haar vrolijke compositie van bloemetjes en bijtjes bij het gedicht over de vraag wanneer je begint, of haar uitwerking van het gedicht Houdt de ruimte ergens op? waarin het gevoel van de toekomstige astronaut treffend wordt weergeven als hij in een vogelkooi door de ruimte zweeft.
Was de aarde vroeger plat? is een aantrekkelijk boek vol mooie gedichten over wat minder voor de hand liggende onderwerpen. De prachtige vormgeving en de heerlijke tekeningen van Weve maken het helemaal af.
Was de aarde vroeger plat?
Bette Westera (tekst) met illustraties van Sylvia Weve
Gottmer, 2017