12 tot 15 jaar
Zo raar - Inger Hagerup
Inger Hagerup wordt in de aanprijzing van dit boek vergeleken met Annie M.G.Schmidt, niet zozeer omdat Hagerups werk lijkt op dat van Schmidt, maar meer in de betekenis en waardering die beide kinderboekenschrijvers ten deel valt. Ook Hagerup brak (net als Schmidt) met de moralistische traditie en de gedragen toon van de kinderpoëzie uit de jaren vijftig en ook haar boeken worden zeer gewaardeerd. Het boek dat Westera vertaalde is samengesteld uit drie boeken, waarvan de eerste in 1950 uitkwam, de tweede in 1961 en de laatste in 1971. De gedichten uit de drie bundels hebben verschillende kwaliteiten.
De eerste bundel bestaat voornamelijk uit korte grappige klankrijke versjes die vaak gaan over dieren. De versjes zijn beeldend en ritmisch. Westera maakte een vrije speelse vertaling waarbij ze de Noorse verwijzingen vervangt door Nederlandse:
‘Kevertje Kever, waar ga je naartoe?
Een oude bekende bezoeken in Stroe.
Kevertje Kever, hoe heet die bekende?
Schipper Jan Pieterszoon Koen van der Ende.'
(...)
Een enkel vers draait voornamelijk om de klanken en ook die heeft Westera prachtig vertaald:
‘Onderwaterbomen suizen,
wieren wiegen heen en weer.
In de verte klinkt het ruisen
en het briesen en het bruisen
van de branding. Alle slakken
zuchten zachtjes: wát een weer!’
(...)
In de gedichten uit 1961 speelt de natuur een grote rol met gedichten over een bloeiende erwt, fluitenkruid, de wesp of piramidezenegroen. Dat kunnen grappige gedichten zijn, zoals het moppergedicht De krab waarin het dier zich beklaagt dat hij ‘geen vlees en geen vis’ is. Andere gedichten sluiten aan op de verschijningsvorm, zo vraagt het fluitenkruid zich af of hij een bloem of een parasol is en schets het piramidezenegroen een treffend zelfportret. Sommige gedichten hebben een dubbele lading, zoals het gedicht Het varken:
‘Het varken ligt in zijn varkenskot
te peinzen over zijn varkenslot.
wieren wiegen heen en weer.
In de verte klinkt het ruisen
en het briesen en het bruisen
van de branding. Alle slakken
zuchten zachtjes: wát een weer!’
(...)
‘Het varken ligt in zijn varkenskot
te peinzen over zijn varkenslot.
Iedere keer weer diezelfde vraag:
Gaat de vleesprijs omhoog
Of omlaag vandaag?’
In de gedichten uit 1971 breek Hagerup met de vertrouwde vorm. Er is geen sprake meer van rijmende zinnen, al is de vrije versvorm nog altijd ritmisch. De inhoud is subtieler en derhalve zijn deze gedichten geschikter voor wat oudere kinderen. Neem bijvoorbeeld het gedicht De mier:
‘ Klein?
Ik?
Echt niet!
Ik ben precies groot genoeg.
Vul mezelf dubbel en dwars,
van top tot teen.
Ben jij soms groter
dan jezelf?’
Zo raar is een heerlijke rijke poëziebundel met leuke, grappige, mooie en serieuze gedichten die prachtig zijn vertaald. De illustraties van Paul René Gauguin zijn de kers op de taart.
Zo raar
Inger Hagerup (vertaald door Bette Westera) met illustraties van Paul René Gauguin
Zo raar
Inger Hagerup (vertaald door Bette Westera) met illustraties van Paul René Gauguin
Gottmer, 2018