4 tot 6 jaar
Alle verhalen van Ridder Florian - Marjet Huiberts & Philip Hopman
Een ridder is een held, dat weet iedereen. Hij (ridderessen zijn zeldzaam) trekt eropuit om draken, reuzen en heksen te verslaan, jonkvrouwen te redden en in zijn vrije tijd te jagen of deel te nemen aan een riddertoernooi. Maar wat nou als je als ridder toevallig niet zo dapper bent? Zo’n ridder is ridder Florian. Hij zit te trillen op zijn paard als hij een draak moet vangen, zijn hoogtevrees zit in de weg als er een prinses gered moet worden, hij is bang voor spoken, akelige edelmannen en kwaaie keizerinnen en als hij gaat jagen wil hij liever geen dieren doden. Altijd staat hij er alleen voor, want zijn ouders zijn in geen velden of wegen te bekennen.
Het uitgangspunt van de verhalen is sterk. Als zelfs een ridder bang kan zijn, dan hoeven de jonge lezers zich nergens meer voor te schamen. Het is een fijne indirecte manier om de boodschap over te brengen dat iedereen weleens bang is. Die boodschap wordt in menig verhaal nog eens onderstreept, want ook anderen hebben angsten en verdriet. In de verhalen ontmoet Ridder Florian bijna altijd iemand die niet aan de clichés voldoet: de draak is eenzaam en zit te huilen, de heks is een verwarde dame die graag wat hulp wil, de jonkvrouw kan zichzelf wel redden, de reus eet liever pannenkoeken dan kleine ridders en de indrukwekkende hertog Han van Spangen gaat liever bessen zoeken dan jagen.
De opbouw van de verhalen is vaak hetzelfde: Ridder Florian moet iets doen waar hij tegenop ziet en dan valt heel erg mee.
Het eerste boek over Ridder Florian kwam in 2006 uit. Inmiddels is Huiberts een gevierd schrijfster die onder andere het Prentenboek van het jaar 2016 schreef (We hebben er een geitje bij!) en de Aadje Piraatje-boeken.
Huiberts vertelt de verhalen in speelse rijmende zinnen. Ze gebruikt een simpel rijmschema als basis waarbinnen ze creatief te werk gaat: zinnen lopen door, er worden uitroepen in de tekst verwerkt en soms ook een stukje dialoog. Huiberts schuwt hier en daar een moeilijk woord niet en binnen de context van het verhaal is dat geen probleem. Daarnaast gebruikt Huiberts ook eigentijdse woorden, wat vaak een grappig effect heeft. Menig kleuter zal ook genieten van het plotseling opduiken van ‘stoute woorden’ zoals billen of schijterd. De versjes zijn een mooi taalspel met verrijkende taal en fijne humor. Een voorbeeld uit het verhaal Spook waarin Ridder Florian en het spook tegenover elkaar komen te staan:
Sjoerdje Spook begint te gillen.
En hij staat een uur te rillen.
‘Brr, een mens!’ verzucht hij dan.
‘Om je dood te schrikken, man.’
Naast de tekst leveren de tekeningen van Philip Hopman een belangrijke bijdrage aan de populariteit van Ridder Florian. Het was Huiberts idee om Hopman te vragen voor de illustraties. Hopman is onder andere bekend van de Boer Borisboeken.
Hopman tekent Florian als een echte ridder met een riddermantel, een zwaard, een muts met een veer en stoere laarzen. Hij laat op vele manieren zien wat er in Ridder Florians hoofd omgaat. Als de kleine ridder bang is, is zijn mond een rechte streep en zit hij ineengedoken op zijn paard of sluipt met opgetrokken schoudertjes het gevaar tegemoet. Als Ridder Florian vrolijk is dan gaat hij er ook voor: we zien hem vol overgave roeren in een pan vol soep, we zien hem uit zijn dak gaan achter de djembé of met grote gebaren een mop vertellen.
De tekeningen staan ook vol heerlijke bijfiguren, bijvoorbeeld vierentwintig woestelingen die een koor vormen, een aandoenlijk huilende draak, een dansende trol, een schaterlachende keizerin en een keur aan adellijke heren die aanvankelijk streng kijken, maar die vaak later in het verhaal compleet veranderen.
Zoals altijd is het kleurgebruik van Hopman eigenzinnig en warm. De landschappen zijn geïnspireerd op een Italiaans landschap, evenals de architectuur. Prachtig zijn ook de illustraties waarin Hopman voor een opvallend perspectief kiest, bijvoorbeeld het gezichtspunt van een aantal draken in een boom die neerkijken op een nietsvermoedende schurk die hun kant op komt, of een bovenaanzicht van Florian in zijn vikingbed. Op de laatste illustratie in het boek, die twee pagina’s vult, zien we alle personages uit alle verhalen op een bruiloftsfeest.
Alle verhalen van Ridder Florian is een geweldig voorlees-en kijkboek met goedlopende grappige versjes en prachtig werk van Philip Hopman.
Alle verhalen van Ridder Florian
Huiberts vertelt de verhalen in speelse rijmende zinnen. Ze gebruikt een simpel rijmschema als basis waarbinnen ze creatief te werk gaat: zinnen lopen door, er worden uitroepen in de tekst verwerkt en soms ook een stukje dialoog. Huiberts schuwt hier en daar een moeilijk woord niet en binnen de context van het verhaal is dat geen probleem. Daarnaast gebruikt Huiberts ook eigentijdse woorden, wat vaak een grappig effect heeft. Menig kleuter zal ook genieten van het plotseling opduiken van ‘stoute woorden’ zoals billen of schijterd. De versjes zijn een mooi taalspel met verrijkende taal en fijne humor. Een voorbeeld uit het verhaal Spook waarin Ridder Florian en het spook tegenover elkaar komen te staan:
Sjoerdje Spook begint te gillen.
En hij staat een uur te rillen.
‘Brr, een mens!’ verzucht hij dan.
‘Om je dood te schrikken, man.’
Naast de tekst leveren de tekeningen van Philip Hopman een belangrijke bijdrage aan de populariteit van Ridder Florian. Het was Huiberts idee om Hopman te vragen voor de illustraties. Hopman is onder andere bekend van de Boer Borisboeken.
Hopman tekent Florian als een echte ridder met een riddermantel, een zwaard, een muts met een veer en stoere laarzen. Hij laat op vele manieren zien wat er in Ridder Florians hoofd omgaat. Als de kleine ridder bang is, is zijn mond een rechte streep en zit hij ineengedoken op zijn paard of sluipt met opgetrokken schoudertjes het gevaar tegemoet. Als Ridder Florian vrolijk is dan gaat hij er ook voor: we zien hem vol overgave roeren in een pan vol soep, we zien hem uit zijn dak gaan achter de djembé of met grote gebaren een mop vertellen.
De tekeningen staan ook vol heerlijke bijfiguren, bijvoorbeeld vierentwintig woestelingen die een koor vormen, een aandoenlijk huilende draak, een dansende trol, een schaterlachende keizerin en een keur aan adellijke heren die aanvankelijk streng kijken, maar die vaak later in het verhaal compleet veranderen.
Zoals altijd is het kleurgebruik van Hopman eigenzinnig en warm. De landschappen zijn geïnspireerd op een Italiaans landschap, evenals de architectuur. Prachtig zijn ook de illustraties waarin Hopman voor een opvallend perspectief kiest, bijvoorbeeld het gezichtspunt van een aantal draken in een boom die neerkijken op een nietsvermoedende schurk die hun kant op komt, of een bovenaanzicht van Florian in zijn vikingbed. Op de laatste illustratie in het boek, die twee pagina’s vult, zien we alle personages uit alle verhalen op een bruiloftsfeest.
Alle verhalen van Ridder Florian is een geweldig voorlees-en kijkboek met goedlopende grappige versjes en prachtig werk van Philip Hopman.