Lepelsnijder - Marjolijn Hof

 
Janis, een jongen van een jaar of elf, woont met de oude Frid boven op een berg. Ze zijn daar veilig voor ‘de grote ziekte’. De ziekte die ‘kan sluipen en klimmen, springen en hollen, kruipen en zwemmen’. Een ziekte die eerst je neus opvreet en je vingers en dan de rest. Toch moet Frid regelmatig de berg af om voorraad te halen. Hij gaat dan naar een speciale ruilplek waar hij zelfgemaakte drankjes en de versierde houten lepels die Janis maakt ruilt voor nieuwe voorraad.
Op een dag vertrekt Frid en zoals altijd wacht Janis samen met hond Luki op zijn terugkeer. Maar deze keer komt Frid niet terug. Wel meldt zich een vreemde man, hij zegt dat hij Schenkelman heet en koopman is in sokken en veters, mutsen en wanten, jurken en jassen. Schenkelman zegt dat Frid niet terug zal komen, dat Frid Janis in de steek heeft gelaten. Janis wil het niet horen. Als Schenkelman vertrekt laat hij een van zijn ezels achter. Janis moet onder ogen zien dat Frid niet terugkomt, hij zal van de berg af moeten en zijn angst voor de grote ziekte moeten overwinnen. Hij pakt wat spullen en gaat op weg, samen met de ezel en zijn hond.

Marjolijn Hof is een succesvol schrijfster die voor haar werk diverse mooie prijzen kreeg. Vooral Hofs vermogen de belevingswereld van haar personages in weinig goedgekozen woorden weer te geven is vaak geprezen. Haar bekendste boek is Een kleine kans dat in 2011 ook werd verfilmd. Hof is een auteur die de tijd neemt om te schrijven. Aan Lepelsnijder werkte ze vijf jaar. De inspiratie voor dit verhaal vond ze in een schilderij van Ludwig Richter, Teich im Riesengebirge uit 1850. Op dit olieverfschilderij is een oude man, een jongetje en een hond te zien die door een onherbergzame steenvlakte lopen. De scène prikkelde haar fantasie: waarom loopt die man daar met dat jongetje en waar gaan ze naar toe? Lepelsnijder is het antwoord op die vraag.
Lepelsnijder is een ander soort boek dan we van Hof gewend zijn. Haar eerdere boeken waren altijd betrekkelijk dun, geschreven in de eerste persoon en gingen vooral over de belevingswereld van het hoofdpersonage. Lepelsnijder daarentegen is een boek van bijna 300 bladzijden, in de derde persoon geschreven en het is naast een psychologisch portret van Janis ook een avonturenboek. 
Hof neemt de tijd om het verhaal te vertellen. Ze beschrijft uitvoerig het landschap, de mensen en de gebeurtenissen. Er zijn momenten dat het verhaal doet denken aan het werk van Tonke Dragt, mede omdat ook Hof haar verhaal in een fictieve middeleeuwse setting plaatst. Net als Tiuri moet Janis alleen zijn weg vinden en weet hij niet op wie hij kan vertrouwen. Ook dringt zich het verhaal van Kasper Hauser op, de jongen die net als Janis lang van de wereld was afgezonderd. Ook Janis moet de wereld leren kennen en zijn plaats daarbinnen vinden. Hof weet dit mooi en geloofwaardig te beschrijven. Lepelsnijder is ook een spannend verhaal, zeker als duidelijk wordt wie de ouders van Janis zijn.

 
Annette Fienieg heeft het boek geïllustreerd en de fraaie kaft gemaakt. We zien op de kaft een sleutelscène uit het boek: Janis die zijn angst overwint en over een gevaarlijke brug naar de overkant gaat, een onbekende toekomst tegemoet. Ook in het boek staan illustraties, rond de hoofdstukken zien we de lepels die Janis snijdt.

Marjolijn Hof heeft, in een andere stijl dan we van haar gewend zijn, een sfeervol en spannend verhaal geschreven. Lepelsnijder is echt een boek om jezelf in te verliezen.

Lepelsnijder
Marjolijn Hof (tekst) en Annette Fienieg

Querido, 2018