Kasper wordt een kip - Sam Copeland

Kasper, negen jaar, maakt zich zorgen om zijn grote broer die in het ziekenhuis ligt. Hij krijgt binnenkort ‘de grote scan’ en stel je voor dat deze niet goed is. Als Kasper daar op zijn kamer over zit te piekeren gebeurt het onvoorstelbare: Kasper verandert in een spin. Dat is niet praktisch, want zijn kat is ook op zijn kamer en die is dol op spinnen.
Kasper overleeft dit hachelijke avontuur en verandert weer in zichzelf. Als hij zijn moeder erover vertelt gelooft ze hem niet, ze heeft wel wat anders aan haar hoofd en dat begrijpt Kasper wel. Aan zijn vrienden Samir, Hogan en Flora heeft hij meer, zij willen hem wel helpen. Flora stelt een wetenschappelijke aanpak voor en wil eerst uitzoeken onder welke omstandigheden Kasper in een dier verandert. Heeft het misschien iets met angst te maken? Flora verzint een proefopstelling om die hypothese te testen.
Kasper werkt aan alles mee, hij wil graag weten wat er aan de hand is en hoe hij kan voorkomen dat hij tijdens de schoolmusical voor een volle zaal plotseling een dier wordt, want het blijft niet bij die eerste keer. Kasper maakt nog een aantal spectaculaire gedaanteverwisselingen mee. Wat niet helpt is dat de pestkop van de school, Dylan, achter zijn geheim komt. Dylan wil niets liever dan Kasper het leven zuur maken.

Kasper wordt een kip valt in het populaire genre boeken dat gekenmerkt wordt door veel zwart-witillustraties en hilarische humor. De Britse schrijver Sam Copeland vertelt het verhaal omslachtig, hij onderbreekt de verhaallijn vaak voor een komisch intermezzo.
Neem bijvoorbeeld het moment dat Kasper in een spin verandert. De schrijver gaat dan in eerste instantie niet in op wat Kasper voelt, maar hij bespreekt eerst de vraag hoe Kasper überhaupt kan weten dat hij veranderd is in een spin. Copeland voert daarvoor bewijs 1 t/m 4 op. Ook voegt hij daar grappige, maar weinig ter zake doende informatie aan toe:

Kasper bestudeerde al het verdachte bewijsmateriaal en telde klein + harig + acht dunne zwarte pootjes + acht ogen bij elkaar op en kreeg spin als antwoord, want het is algemeen bekend dat spinnen harig zijn en acht poten hebben. Het is minder bekend dat spinnen ook acht billen hebben, wat smerig is én veel troep geeft, en waardoor spinnen bovendien heel veel geld kwijt zijn aan wc-papier.’
In een voetnoot wordt de laatste opmerking bijgesteld, maar de lezer wordt toch aangemoedigd andere mensen te overtuigen dat spinnen wél acht billen hebben want ‘dat zou te gek zijn en de wereld mooier maken’.
Dit soort uitweidingen, die veel kinderen leuk zullen vinden, maakt de tekst complex. Het is soms moeilijk de draad van het verhaal vast te houden. Dit is daarom geen boek voor kinderen die nog niet veel ervaring met lezen hebben of het lezen nog moeilijk vinden. Het boek leent zich wel uitstekend als voorleesboek, samen gein hebben is immers dubbel gein hebben.
In het verhaal spelen Kaspers vrienden een belangrijke rol. Daarbij valt (helaas nog) op dat Kasper ook donker gekleurde vrienden heeft en dat het meisje de dapperste is. Overigens worden de jongens daar wel een beetje bang van, doortastende meisjes met hersens blijft een dingetje. Het boek is niet alleen een dolkomisch verhaal, er zitten ook serieuze elementen in zoals de ziekte van Kaspers broer.
Kasper wordt een kip is het eerste deel van een nieuwe serie. Het tweede deel wordt in de zomer verwacht.

Kasper wordt een kip is een komisch verhaal met een aantal serieuze elementen. De schrijver dwaalt regelmatig van de verhaallijn af en geeft dan commentaar op zijn eigen tekst. Dat is grappig, maar het maakt de tekst minder overzichtelijk.

Kasper wordt een kip
Sam Copeland (vertaald door Maria Postema) met illustraties van Sarah Horne

Gottmer, 2019