9 tot 12 jaar
Dit is geen cobra - Bette Westera
Het duo Bette Westera en Sylvia Weve staan erom bekend gedurfd en origineel werk te maken. Ze maakten bijvoorbeeld kinderboeken over oud zijn en over de dood. Het wordt gewaardeerd, Westera en Weve wonnen vele prijzen, waaronder een Gouden Griffel en een Gouden Penseel. Weve ontving deze maand ook de prestigieuze Max Velthuijsprijs voor haar hele oeuvre.
Dit is geen cobra is een vrolijk en tegendraads boek en dat sluit mooi aan bij het onderwerp: het werk van de Cobrakunstenaars. Deze groep was van mening dat kunst van en voor iedereen was en zij keken dan ook verder dan de traditionele kunstvormen die op de kunstacademies werd onderwezen. Ze lieten zich onder andere inspireren door kindertekeningen, niet-westerse kunst en volkskunst. Hun werk is over het algemeen kleurrijk en expressief.
Bette Westera vertelt het verhaal van Marie die niet in staat is binnen de lijntjes te kleuren. Ze wordt naar een internaat gestuurd om dat te leren: de Ambassade voor Kinderen met Waarnemingsproblemen en Aanpassingsmoeilijkheden. De leerlingen krijgen les in netjes kleuren en als ze dat onder de knie hebben mogen ze verder met het natekenen van peren, appels en dode fazanten. Wat de schoolleiding niet weet is dat de kinderen ‘s nachts naar het atelier van meneer Bram sluipen en daar mogen ze schilderen wat ze maar willen.
Op een dag wordt de schoolinspecteur verwacht. De mooiste tekeningen van appels, peren en fazanten worden opgehangen. Maar meneer Bram heeft een plan. De schoolinspectie zal heel anders verlopen dan verwacht.
Het verhaal van Marie is de ruggengraat van dit avontuurlijke en ontregelende boek. Sylvia Weve lardeert het verhaal met prachtige illustraties waarin we veel vertrouwde aspecten van haar werk zien. Weve zet met sterke lijnen figuren neer en combineert dat met brutale kleuren die lang niet altijd binnen de lijntjes blijven. Ze vergroot en verkleind elementen. We zien bijvoorbeeld kleine monden die niet meer zijn dan een streep naast grote muilen met stevige tanden. Weve knipoogt ook naar de Cobrakunstenaars door haar eigen interpretatie van hun werk weer te geven. Kenmerkend aan het boek is de ruimte voor associaties. Naast de tekst van het verhaal staat in een gekleurde band die over alle pagina’s loopt informatie die met het hoofdverhaal te maken heeft. Het zijn weetjes in woord en beeld en ze zijn vaak erg grappig. Zo wordt het bla bla blavan de directeur toegelicht en lezen we dat het eigenlijk ‘gezwam, onzin, gezwets, geklets, gebazel, gelul, gewauwel en kletskoek’ is. Kort gezegd: de directeur is een kletsmajoor en een babbelaar en dat leidt dan weer tot het opnemen van een babbelaarrecept. Vaak wordt de uitleg ondersteunt met een illustratie, zo zien we een ‘tekening naar waarneming’ van een kameleon naast een zogenaamde ‘vrije impressie’ van hetzelfde dier. Het is duidelijk dat Westera en Weve meer sympathie hebben voor de durf buiten de lijnen te treden, dan domweg te doen wat van je verwacht wordt.
Het boek is in de markt gezet als prentenboek voor kleuters, maar ik denk dat het meer tot zijn recht komt bij een wat ouder lezerspubliek. Kleuters zijn nog te jong om vraagtekens bij regels te zetten en plezier te hebben in het maken van eigenzinnige keuzes.
Dit is geen Cobra is een vrolijk ontregelend en verrassend prentenboek waarin vrijmoedig met taal en beeld gespeeld wordt. Een verrukkelijk boek.
Dit is geen cobra
Dit is geen cobra is een vrolijk en tegendraads boek en dat sluit mooi aan bij het onderwerp: het werk van de Cobrakunstenaars. Deze groep was van mening dat kunst van en voor iedereen was en zij keken dan ook verder dan de traditionele kunstvormen die op de kunstacademies werd onderwezen. Ze lieten zich onder andere inspireren door kindertekeningen, niet-westerse kunst en volkskunst. Hun werk is over het algemeen kleurrijk en expressief.
Bette Westera vertelt het verhaal van Marie die niet in staat is binnen de lijntjes te kleuren. Ze wordt naar een internaat gestuurd om dat te leren: de Ambassade voor Kinderen met Waarnemingsproblemen en Aanpassingsmoeilijkheden. De leerlingen krijgen les in netjes kleuren en als ze dat onder de knie hebben mogen ze verder met het natekenen van peren, appels en dode fazanten. Wat de schoolleiding niet weet is dat de kinderen ‘s nachts naar het atelier van meneer Bram sluipen en daar mogen ze schilderen wat ze maar willen.
Op een dag wordt de schoolinspecteur verwacht. De mooiste tekeningen van appels, peren en fazanten worden opgehangen. Maar meneer Bram heeft een plan. De schoolinspectie zal heel anders verlopen dan verwacht.
Het verhaal van Marie is de ruggengraat van dit avontuurlijke en ontregelende boek. Sylvia Weve lardeert het verhaal met prachtige illustraties waarin we veel vertrouwde aspecten van haar werk zien. Weve zet met sterke lijnen figuren neer en combineert dat met brutale kleuren die lang niet altijd binnen de lijntjes blijven. Ze vergroot en verkleind elementen. We zien bijvoorbeeld kleine monden die niet meer zijn dan een streep naast grote muilen met stevige tanden. Weve knipoogt ook naar de Cobrakunstenaars door haar eigen interpretatie van hun werk weer te geven. Kenmerkend aan het boek is de ruimte voor associaties. Naast de tekst van het verhaal staat in een gekleurde band die over alle pagina’s loopt informatie die met het hoofdverhaal te maken heeft. Het zijn weetjes in woord en beeld en ze zijn vaak erg grappig. Zo wordt het bla bla blavan de directeur toegelicht en lezen we dat het eigenlijk ‘gezwam, onzin, gezwets, geklets, gebazel, gelul, gewauwel en kletskoek’ is. Kort gezegd: de directeur is een kletsmajoor en een babbelaar en dat leidt dan weer tot het opnemen van een babbelaarrecept. Vaak wordt de uitleg ondersteunt met een illustratie, zo zien we een ‘tekening naar waarneming’ van een kameleon naast een zogenaamde ‘vrije impressie’ van hetzelfde dier. Het is duidelijk dat Westera en Weve meer sympathie hebben voor de durf buiten de lijnen te treden, dan domweg te doen wat van je verwacht wordt.
Het boek is in de markt gezet als prentenboek voor kleuters, maar ik denk dat het meer tot zijn recht komt bij een wat ouder lezerspubliek. Kleuters zijn nog te jong om vraagtekens bij regels te zetten en plezier te hebben in het maken van eigenzinnige keuzes.
Dit is geen Cobra is een vrolijk ontregelend en verrassend prentenboek waarin vrijmoedig met taal en beeld gespeeld wordt. Een verrukkelijk boek.