Drie fijne peuterboeken

In prentenboeken zijn er vaste thema’s en onderwerpen die vaak terugkomen omdat ze veel (voor)leesplezier geven, bijvoorbeeld liedjesboeken, boeken waarin dierengeluiden een grote rol spelen en stapelverhalen. Vandaag bespreek ik drie recente prentenboeken die voortborduren op deze beproefde recepten. 

Slaap kindje slaap is een liedjesboek. Bekende kinderliedjes als Poesje mauw, Ik zag twee beren, Schuitje varen of Hansje Pansje Kevertje zijn voorzien van vrolijke illustraties door Marijke ten Cate. Zij tekent kinderen in allerlei variaties en veel dieren. We zien bekende dieren zoals honden, katten en beren en ook een enkel fantasiedier. Verschillende kinderen en dieren zien we regelmatig terug en dat zullen de jonge lezers zeker waarderen. Er is veel te zien, dus het boek zal niet snel vervelen. Dit boek is gratis af te halen bij de boekhandel voor ouders met een baby tot 3 maanden. Klik hier voor meer informatie.



Slaap kindje slaap
Marijke ten Cate
Lemniscaat, 2019

Een ander veelvoorkomend thema in peuter-en kleuterboeken is een repeterend verhaal waarin veel dierengeluiden voorkomen. Hendrik Jonas geeft er in zijn prentenboek Een vrouwtje voor Vogel een originele draai aan.
     Als het warmer wordt gaan de vogels trouwen. Ze zingen, fluiten en tjilpen om een liefje te lokken. Er is echter een vogeltje dat zijn trouwliedje vergeten is. Hij probeert van alles, maar het is iedere keer het verkeerde geluid dat de verkeerde dieren lokt. Als alle hoop vervlogen lijkt klinkt er plots een heel raar liedje en komt alles toch goed.
     Jonas heeft een unieke tekenstijl. Zijn dieren zijn niet helemaal in proportie, maar wel duidelijk herkenbaar. Ze zijn mooi van kleur en de gezichtsuitdrukkingen laten zich makkelijk aflezen. De rijke tekst leest prettig voor en de voorlezer kan zich uitleven door het vogeltje te laten loeien, blaffen en blaten. Een fijn voorjaarsprentenboek. 



Een vrouwtje voor Vogel
Hendrik Jonas tekst en illustraties, vertaald door Siska Goeminne
De Eenhoorn, 2019 

Tot slot het stapelverhaal De walvis gaat in bad van Susanne Strasser.
Walvis gaat in bad en hij heeft er zin in. Dan komt er een schildpad binnen, hij wil ook in bad. ‘Nou vooruit’ zegt de walvis en ‘sjwip sjwap, de schildpad springt in het water.’ Na de schildpad melden zich achtereenvolgens de bever, de flamingo, de ijsbeer en het kind. Allemaal hebben ze een goede reden om ook in bad te gaan en dus blijft de walvis ‘nou vooruit’ zeggen. Iedereen stapt in het bad en maakt daarbij een opvallend geluid. De een floepsjt, de ander ploempst en een derde springt klitsj klatsj in het water. Het bad wordt wel erg vol.
     Susanne Strasser weet hoe ze een spannend peuterverhaal moet opbouwen. Naast de herhalende elementen en de fijne klanknabootsingen zijn er ook op iedere bladzijde verrassende elementen. Zo zijn de dieren goed gekozen en hebben ze uiteenlopende redenen om in bad te willen. Het is grappig om te zien hoeveel er in een bad past, al wordt het uiteindelijk wel te vol. Het boek heeft een fijne ontknoping waar de voorlezer nog een keer lekker kan uitpakken om de spanning te vergroten. De walvis gaat in bad heeft alles wat een peuterboek geliefd maakt. 

De walvis gaat in bad
Susanne Strasser (tekst en illustraties) vertaald door Berd Ruttenberg
Hoogland & Van Klaveren, 2019