De geheime tuin - Frances Hodgson Burnett

De Engelse schrijfster Frances Hodgson Burnett (1849-1924) publiceerde De geheime tuin ruim honderd jaar geleden. Ze schreef het verhaal in 1911 voor een tijdschrift voor volwassen lezers. Later werd het gepubliceerd als boek, maar het sloeg niet echt aan. Toen Burnett overleed werd er nauwelijks over gerept, ze was vooral de schrijfster van Little Lord Fauntleroy en A little princess. Pas in de twintigste eeuw, wellicht omdat er toen meer aandacht voor kinderliteratuur kwam, werd het boek populair en uiteindelijk zelfs haar meest bekende boek.
     Burnett werd geboren in Manchester en groeide in armoede op. Op achttienjarige leeftijd vertrok ze naar Amerika en verdiende daar de kost met schrijven. Ze brak door als kinderboekenschrijfster in 1886 met haar boek Little Lord Fauntleroy (in het Nederlands vertaald als De kleine Lord). Ze werd een van de best verdienende vrouwen van haar tijd.

De geheime tuin gaat over de ongeveer tienjarige Mary die in India opgroeit. Ze is een eenzaam kind waar niemand van houdt, gewend om orders uit te delen aan bedienden die deze dan direct uitvoeren. Als Mary wees wordt moet ze naar Engeland, naar een onbekende oom. Ze komt terecht in een groot landhuis. Haar oom, die de dood van zijn jonge echtgenote niet kan verwerken, heeft geen aandacht voor haar. Mary krijgt een kamer en te eten en verder moet ze zichzelf maar zien te vermaken. Ook in haar nieuwe omgeving maakt ze niet makkelijk vrienden, ze is een onaangenaam meisje dat bij andere snel weerstand oproept. Maar het dienstmeisje Martha laat zich niet intimideren en er ontstaat zelfs een vriendschappelijke band tussen de meisjes.
     Mary ontdekt bij omzwervingen rond het huis een geheime verwaarloosde tuin en ze ontdekt ook dat er nog een kind in het landhuis woont, de ziekelijke Colin.

De geheime tuin is een boeiend verhaal met verrassende personages. Het komt niet vaak voor dat een onaangenaam kind de hoofdrol krijgt. Haar zoektocht naar de geheimzinnige tuin waar ze over gehoord heeft en haar confrontatie met haar ziekelijke en al even onaangename leeftijdsgenoot zijn spannend en vermakelijk. In de frisse nieuwe vertaling van Imme Dros leest de tekst prettig weg. Gelukkig heeft de vertaalster van deze klassieker geen modern boek willen maken en heeft ze wat langere natuurbeschrijvingen of dik aangezette emotionele uitbarstingen over de schoonheid van de natuur en het leven laten staan.
     Burnett draagt met haar verhaal duidelijk haar pedagogische visie uit en ze is daarbij soms verrassend eigentijds, bijvoorbeeld in haar aanname dat positieve gedachten helend zijn en negatieve gedachten ziekmakend. Zelf wilde ze overigens niet in een hokje geplaatst worden:
' I am not a Christian Scientist, I am not an advocate of New Thought, I am not a disciple of the Yogi teachings. I am not a Buddhist. I am not a Mohammedan. I am not a follower of Confucius. Yet I am all of these things.
Burnett was van mening dat kinderen gezond moeten eten, veel naar buiten moeten en flink bewegen. Dat was overigens in Burnetts tijd een populaire visie die in Europa veel aanhangers vond en mede ten grondslag ligt aan de destijds opkomende jeugdbewegingen en onderwijsvernieuwingen. Ook haar kijk op ‘eenvoudige boerenmensen’ is tijdsgebonden. In Burnetts tijd werd ‘de boer’ door sommigen gezien als de ware natuurmens, dicht bij de bron van het leven en daarom ‘van nature’ wijs en goed. De moeder van Martha krijgt in het verhaal deze rol toebedeeld, zij weet wat Mary echt nodig heeft en ze koopt zelfs van haar schamele centen een springtouw voor het meisje. Haar zoon is het toonbeeld van de geslaagde opvoeding. Hij heeft een heel bijzondere band met de natuur en daarom is hij de aangewezen persoon om Mary en de ziekelijke Colin op hun pad naar gezondheid en geluk te begeleiden.

De geheime tuin is nog altijd een mooi en boeiend verhaal, ook als de lezer niet bekend is met context waarbinnen het geschreven is. Het verhaal heeft genoeg charme om ook de hedendaagse lezer aan te spreken.

De geheime tuin
Frances Hodgson Burnett, vertaald door Imme Dros met illustraties van Linde Faas

Leopold, 2019