Traditionele sprookjes en sprookjes nieuwe stijl
Sprookjes zijn van alle tijden en van alle landen. Ze worden steeds opnieuw verteld en bewerkt en blijven zo onderdeel van de kinderliteratuur. Vorig jaar gingen twee schrijfsters met een aantal traditionele sprookjes en sprookjesthema’s aan de slag, ieder op hun eigen manier.
De Vlaamse Kristien Dieltiens, die als leerkracht op de Steinerschool in Brugge werkte, herschreef traditionele verhalen en sprookjes. In haar boek De boze Billenbijter onderscheidt de schrijfster twee leeftijdscategorieën: vanaf drie jaar en vanaf vijf jaar.
De verhalen voor de allerkleinsten zijn vaak stapelverhalen waarin herhalingen van gebeurtenissen en van klanken een grote rol spelen. Hier laat Dieltiens haar schrijverstalent zien in fijne taalvondsten. Bijvoorbeeld in het bekende stapelverhaal Van een grote knollenplant:
‘Opa Fluitkruid nam de knollenplant met beide handen. Oma Coriantje trok aan opa’s panden. Zusje Desiree nam oma stevig bij de nek. Hond Doedelidee pakte zusjes rokje in zijn bek. Poesje Pipipee greep de hond bij zijn ruige staart. Ze trokken met zijn allen. Ze trokken met zijn allen. Allemaal voor niets gedaan, want de knollenplant bleef staan.’
Dieltiens schrijft ook mooie openingszinnen die direct een sprookjessfeer oproepen en ook de traditionele afsluiting van het sprookje ontbreekt niet. Soms is dat de moraal van het verhaal en soms is dat een variant op ‘ze leefden nog lang en gelukkig’.
De sprookjes voor wat oudere kinderen zijn meer verhalen met een plot. Het zijn sprookjes die veelal in hun symboliek een wijze raad geven en die in verschillende versies over de hele wereld verteld worden. Dieltiens koos ervoor enkele bekende sprookjes in een minder bekende versie te vertellen, bijvoorbeeld een Russische variant van Goudlokje en de drie beren. In een nawoord besteedt de schrijfster aandacht aan de oorsprong van sprookjes en aan hun symboliek.
De boze Billenbijter
Kristien Dieltiens met illustraties van Leriette Desir van Bergen
De Eenhoorn, 2019Janneke Schotveld herschrijft sprookjes op een heel andere wijze. Zij richt zich niet zozeer op het bewerken van de taal, maar op de traditionele rollen in het sprookjesgenre. Puristen zullen haar verhalen geen sprookjes noemen, omdat de meeste niet wortelen in oude volksverhalen. Wel spelen in veel verhalen sprookjesfiguren de hoofdrol, maar dan wel in een moderne versie. Haar boek richt zich op wat ouderen kinderen, vanaf een jaar of acht.
Bij Schotveld maken we kennis met ridsters. Zij verplaatsen zich per fiets en ze komen vijfjaarlijks bij elkaar voor de Wereldridsterdagen. Ridsters trekken eropuit als er problemen zijn met reuzen en draken, ook als ze zwanger zijn. Schotveld mag graag een eigentijds thema in haar verhalen verwerken, zo moppert een echtgenoot dat zijn vrouw ook wel eens een bloemetje mag meenemen, voelt draak Vidor zich van binnen een meisje (maar dat is verder geen probleem) en krijgen twee koninginnen die graag een kindje willen te maken met een conservatieve ooievaar.
Schotveld heeft humor, maar haar verhalen zijn zeker niet hilarisch. Het zijn echte fijne voorleesverhalen met een goede spanningsopbouw, vlotte dialogen en gesitueerd in een geloofwaardige fantasiewereld.
Dit is haar tweede sprookjesboek en ze lijkt haar draai in dit genre gevonden te hebben. In dit boek leunt ze veel minder op bestaande sprookjes, al zijn er wel enkele bewerkingen van bekende verhalen opgenomen. Die geeft ze dan natuurlijk wel haar eigen draai, zo wordt Sneeuwwitje Prins Ebben die zijn toevlucht vindt bij zeven grote reuzinnen.
Beide sprookjesboeken zien er aantrekkelijk uit. De boze Billenbijter is geïllustreerd door Leriette Desir van Bergen en het boek van Janneke Schotveld is net als haar vorige sprookjesboek door verschillende illustratoren opgevrolijkt met kleurrijke tekeningen.
De boze Billenbijter en Het kattenmannetje zijn een aanwinst voor iedere boekenkast. Dieltiens geeft in haar mooie taal een wereldwijde traditie door en Schotveld laat zien dat daarnaast een sprookjesboek kan bestaan waar met de traditionele verteltradities gespeeld wordt.
Deze illustratie is gemaakt door Kirsten Offringa