9 tot 12 jaar
Planeet Omar Onverwachte superspion - Zanib Mian
In deze serie is Omar de hoofdpersoon. Hij woont met zijn ouders (beide wetenschapper), oudere zus Mirjam (lastige puber) en zijn kleine broertje Esa in Engeland. De familie is islamitisch en bezoekt regelmatig de moskee. Omars moeder draagt een hoofddoek, de familie eet halal en ze vieren de islamitische feesten. Omar heeft twee beste vrienden: Charlie en Daniël.
In het eerste deel van de serie, Problemenmagneet (2019), maakten we kennis met Omar die dan net is verhuisd. De nieuwe buurvrouw staat aanvankelijk negatief tegenover haar moslimburen, maar dat komt goed als ze elkaar beter leren kennen. Ook op de nieuwe school gaat niet alles even makkelijk, Omar heeft aanvankelijk last van pestkop Daniël. Maar door een ingrijpende gebeurtenis worden ze toch vrienden.
In dit tweede deel gaat het verhaal over het redden van de moskee. Omar noemt de moskee die hij met zijn familie bezoekt ’de geheime-glimlach-moskee’ omdat zijn vader altijd in een goede bui komt als hij deze moskee bezoekt en omdat er een open hartelijke sfeer heerst. De moskee heeft snel een grote som geld nodig om het dak te repareren, als dit niet lukt dan moet het gebouw dicht. Omar en zijn vrienden bedenken manieren om geld te verdienen. Ze gaan dingen verkopen en ze organiseren een talentenjacht. Dat brengt een aardig bedrag op. Als de enveloppe met geld wordt gestolen zijn Omar en zijn vrienden vastbesloten de dief te ontmaskeren.
De Planeet Omar-boeken zijn geschreven en getekend in een populaire vorm die ook boekenseries als Het leven van een loser (Jeff Kinney) en De Waanzinnige boomhut (Terry Denton & Andy Griffiths) kenmerken. Er zijn geen grote blokken tekst, op iedere bladzijde staan stripachtige tekeningen en er wordt gespeeld met de typografie.
De islamitische achtergrond van Omar is soepel in het verhaal verwerkt. Hij beschrijft bijvoorbeeld hoe zijn kleine broertje boos wordt omdat hij sommige snoepjes niet mag omdat hij nog niet begrijpt wat halal is en hij vertelt wat hij in de moskee beleeft. Het doel van het boek is daarbij niet om voorlichting over de islamitische leefwijze te geven, het draait om het verhaal. Kinderen met een islamitische achtergrond zullen zichzelf en hun familie in dit verhaal herkennen.
Omar is een jongen met veel fantasie en die gaat soms met hem op de loop. De lezer moet dan wel even opletten om de draad van het verhaal niet kwijt te raken. Een dergelijke fantasie kan overigens heel vermakelijk zijn, bijvoorbeeld als Omar zich voorstelt hoe zijn droomhuis in de hemel eruit zou zien en hij hoopt dat hij dan ook de videospellen mag spelen die papa en mama op aarde verbieden.
Als de schrijfster een boodschap wil uitdragen dan is dat een boodschap van gemeenschapszin: ‘blijf in jezelf geloven, maar vergeet nooit de gemeenschap die jou ondersteunt als je je dromen najaagt.’
De Planeet Omar-serie mag in geen enkele schoolbibliotheek ontbreken die diversiteit serieus neemt. Deze boeken zijn een krachtige bondgenoot in het bevorderen van leesplezier en niet alleen voor kinderen met een islamitische achtergrond.