Afke´s tiental - Nynke van Hichtum



In 1903 schreef Sjoukje Bokma de Boer onder het pseudoniem Nynke van Hichtum haar bekendste boek: Afke´s tiental. Zij vond het belangrijk om kinderen over het ´werkelijke leven´ te vertellen en daarom schreef zij onder meer over ´eskimo´ Sip-Su en over ´kaffers´ uit de wildernis. Ook in Afke´s tiental wilde ze een aspect van het werkelijke leven laten zien: de grote armoede op het Friese platteland. Het verhaal is gebaseerd op het leven van haar dienstmeisje.
Van Hichtum, die enige tijd getrouwd was met de socialistische voorman Jelle Troelstra, beschrijft de armoede met milde pen: er is schamel voedsel, het is koud en moeder Afke heeft een broze gezondheid, maar het leven blijft draaglijk door vriendelijke mensen die hulp aanbieden als de nood hoog is. Verzet tegen de levensomstandigheden wordt niet beschreven, de schrijfster vond dat geen onderwerp voor een kinderboek.

Nog steeds is het boeiend om Afke´s tiental te lezen. De laatste druk is (hoewel dat niet staat aangegeven in het boek) een bewerkte tekst. Staat er in de oorspronkelijk tekst (die overigens pas in 1957 van het Fries in het Nederland werd vertaald) ´Wat rook ´t lekker in de kleine kamer! Vader en Eeltje kregen namelijk allebei vooraf wat aardappelen, in olie gebakken. Ze hadden zwaar moeten werken!´ In de 61e druk zijn de uitroepen en de uitroeptekens verdwenen:´Het rook lekker in de kleine kamer. De reden daarvan was dat vader en Eeltje vooraf wat in olie gebakken aardappelen hadden kregen, omdat ze zwaar werk hadden gedaan. ´
De lotgevallen van Afke´s tiental geven een uniek inkijkje in het dagelijks leven van ruim een eeuw geleden. Een tijd dat mannen- en vrouwenrollen duidelijk waren: de kleine zusjes moeten eerst twaalf pennen breien en mogen daarna gaan spelen en Klaas wil best zijn moeder helpen, maar mem moet wel waarschuwen als er iemand aankomt ´Ik wil niet dat ze me zo zien.´ De stad is voor Afke´s kinderen een onbekende wereld. Alleen grote zus Wiepkje kent het stadse leven, zij werkt daar bij ´mevrouw´. Klaas roept haar hulp in als hij een borstrok voor zijn moeder wil kopen. Hij kijkt ervan op dat zijn zus zomaar van alles durft te vragen aan´dure heren met witte befjes´ en met de verkoper praat ´net alsof hij maar een gewoon mens was!´.
Het geluk van moeder Afke wordt een paar keer bedreigd, maar alles loopt goed af. De kleine Wiebe wordt ongeschonden teruggevonden, niemand verdrinkt tijdens een feestelijk dagje op het water en als de nood erg hoog is, is hulp nabij. Ondertussen beleven de kinderen kinderavonturen: de jongens trekken erop uit om kattenkwaad uit te halen en de meisjes spelen in de bloemenwei.

De 61e druk is een speciale druk. De tekst is van voetnoten voorzien die bijvoorbeeld uitleg geven over Friese- en ouderwetse woorden en toelichting geeft op fenomenen als sokken stoppen, omslagdoeken en guldens. Ook heeft het boek een nawoord met achtergrondinformatie.
In deze uitgave zijn de oorspronkelijke tekeningen van Cornelis Jetses opgenomen. Levendige nostalgische tekeningen die de sfeer van het boek goed vangen. Kleding, details, of een scène rond een trekschuit geven een mooi tijdsbeeld. De magere Afke en de illustraties van het gezin rond de tafel weerspiegelen de armoede en de plaatjes op het water of in de wei laten duidelijk zien waar het verhaal zich afspeelt.

Ook na ruim honderd jaar weet Afke´s tiental nog altijd een mooi tijdsbeeld te combineren met een onderhouden verhaal.

Afke´s tiental
Nynke van Hichtum

Kluitman, 61e druk (2014)