Mijn vader woont in het tuinhuis - Jacques Vriens


Jacques Vriens schrijft al zo’n vijfenveertig jaar kinderboeken en is nog altijd een schrijver die ertoe doet. Zijn grote kracht is zijn heldere stijl, zijn geweldige vermogen om levendige eigentijdse dialogen te schrijven en zijn inlevingsvermogen. Vriens zorgt ervoor dat zijn populaire boeken niet verouderen door ze bij een nieuwe druk aan te passen als dat nodig is.
Gelukkig schrijft Vriens ook regelmatig nieuwe boeken en daarbij valt op dat hij dan vaak kiest voor een maatschappelijk relevant onderwerp. Zo verscheen in 2018 een boek over euthanasie (Code Kattenkruid) en gaat zijn nieuwe boek Mijn vader woont in het tuinhuis over echtscheiding.

Tijdens het wekelijkse feestelijke toetje vertellen de ouders van de tweeling Lara en Joeri dat ze gaan scheiden. Dit overvalt de tweeling en ze gaan met dit vervelende nieuws ieder op hun eigen wijze om. Hun ouders zijn vast van plan om alles goed te regelen en zonder ruzie uit elkaar te gaan. Dit mislukt. Lara en Joeri hebben daar veel last van en besluiten uiteindelijk zelf het heft in handen te nemen.

Het verhaal wordt chronologisch afwisselend door Lara en Joeri verteld. Soms is er een overlap in het beschrijven van een gebeurtenis. Het is een sterke vorm om dit verhaal te vertellen. Lara en Joeri hebben verschillende karakters en zo kan Vriens veel reacties en emoties in zijn verhaal naar voren laten komen. Daarbij valt wel op dat Vriens van een klassiek rolpatroon uitgaat en Lara neerzet als een meisje dat de sfeer in huis goed aanvoelt, veel inlevingsvermogen heeft en confrontaties durft aan te gaan en Joeri in eerste instantie reageert met boosheid, weglopen van conflicten, naar buiten toe stoer doet en het liefst problemen negeert.
Zoals we van Vriens gewend zijn is de toon van het verhaal licht. Dat komt vooral door de lekkere dialogen vol eigentijdse woorden. Vriens verwerkt in zijn verhaal verschillende veelvoorkomende pijnpunten bij een scheiding, bijvoorbeeld het afstandelijke taalgebruik van de ouders als ze het over elkaar hebben. Het gebruik van termen als ‘je moeder’ en ‘je vader’ vindt de tweeling verschrikkelijk. Ook ergeren Lara en Joeri zich als hun ouders net doen alsof er niets aan de hand is, terwijl ze heus wel zien hoe hun ouders elkaar ontlopen.
Lara en Joeri delen veel met elkaar (en daarmee ook met de lezer) en praten over wat hen bezig houdt en wat hen dwars zit. Dat maakt dit boek zeer waardevol voor kinderen die hetzelfde meemaken. 
Vriens laat ook zien dat het gewone leven doorgaat. Lara en Joeri zitten in groep acht en ze maken zich naast de scheiding van hun ouders ook druk om de lootjestrekking rond Sinterklaas, het eindtoneelstuk en natuurlijk hun schooladvies.
Jacques Vriens blijft altijd een schoolmeester en stopt in zijn verhalen graag wat wijze lessen. Zo laat hij Joeri ontdekken en later ook uitdragen dat bij een ruzie ieder zijn eigen verhaal heeft en laat hij zien hoe de tweeling voor zichzelf kan opkomen.
Vriens besluit het boek met een nawoord waarin hij zijn eigen ervaringen met echtscheiding beschrijft en nogmaals benadrukt dat hij het belangrijk vindt dat kinderen voor zichzelf durven op te komen. Hij hoopt dan ook dat dit boek daar bij kan helpen en ik heb daar wel vertrouwen in.

Mijn vader woont in het tuinhuis beschrijft hoe ingrijpend een echtscheiding is. De rake beschrijvingen van de gebeurtenissen en de emoties die dat oproept zullen voor kinderen in eenzelfde situatie herkenbaar zijn. Vriens geeft deze kinderen een steuntje in de rug door hun gevoelens te begrijpen en door ze aan te moedigen voor zichzelf op te komen.

Mijn vader woont in het tuinhuis
Jacques Vriens

Van Holkema & Warendorf, 2020