Maar eerst ving ik een monster - Tjibbe Veldkamp en Kees de Boer


Het duo Tjibbe Veldkamp en Kees de Boer maakten al veel geslaagde prentenboeken. Dit keer spelen zij in op het thema 'niet naar bed willen'. Het verhaal begint bij het voorleesmoment. De voorlezer, die we niet zien, is duidelijk van plan het die avond kort te houden:  ‘Het verhaal gaat over jou. Jij ging slapen. En toen was het verhaaltje alweer uit.’ Maar zo makkelijk komt de voorlezer er niet vanaf. De jongen, die we op de illustraties kunnen zien, neemt het verhaal over: ‘Ja, maar eerst ving ik een monster.’ We zien hoe de jongen een kleurrijk en behoorlijk groot monster vangt. Dan is de voorlezer weer aan de beurt. Hij vertelt dat het monster wordt afgevoerd door een soldaat en er nu geslapen kan worden. Opnieuw denkt de jongen daar anders over: 'Ja, maar eerst ving ik nog meer monsters' en hij gaat aan de slag met een lasso.
De grappige dialoog waarin de jongen en de voorlezer keer op keer met monsters van allerlei pluimage te maken krijgen wordt steeds spannender. Tot het verhaal stopt op het allerspannendste moment, we zien zelfs het schutblad al. Maar de voorlezer vindt het geen leuk einde en 'vooruit dan...'  het verhaal gaat toch nog even door tot alle monsters gevangen zijn, behalve een. En dan is het verhaal eindelijk uit. Of toch niet?
Veldkamp en De Boer weten hoe ze een verhaal in woord en beeld moeten vertellen. De tekst stuurt het avontuur, maar het zijn voornamelijk de tekeningen die laten zien wat er gebeurt. Het levert een origineel prentenboek op vol bizarre kleurrijke monsters. Een boek dat borrelt en bruist van voorleesplezier.

Maar eerst ving ik een monster is gekozen als Prentenboek van het Jaar 2022 en zal centraal staan tijdens de Nationale Voorleesdagen die beginnen op 26 januari 2022.

Maar eerst ving ik een monster
Tjibbe Veldkamp met illustraties van Kees de Boer
Lemniscaat, 2019