Pak 'm bij zijn staart - Paul Biegel


Een van de redenen dat de boeken van Paul Biegel tijdloos zijn, is zijn unieke taalgebruik. Biegeliaanse stijlkenmerken zijn onder andere het spelen met klanken, herhalingen en het ritme van de taal. Kenmerken die zich uitstekend lenen voor gedichten of de eenvoudige variant daarvan, versjes. Toch heeft Biegel zich in zijn rijke carrière nauwelijks geprofileerd als dichter. 
Aan het begin van zijn schrijversloopbaan maakte Biegel op verzoek van zijn uitgever enkele versjes voor kinderen bij al bestaande illustraties van de Tsjechische illustrator Adolf Zábranský. Dit boek, De Kukelhaan, verscheen in 1964 en is inmiddels een collector’s item. In 2002 werden de versjes, aangevuld met enkele nieuwe, opnieuw uitgegeven in de bundel Eén been, stokkebeen geïllustreerd door Tineke Meirink. En nu is er de derde uitgave, deze keer geïllustreerd door Jeska Verstegen.

De versjes van Biegel komen het best tot hun recht als ze voorgelezen worden. De ogenschijnlijk eenvoudige versjes zitten vol taalpret. Het gaat van een drie-draai-dwarrel-dans, naar varken Rollebol ( ‘die slaat haast elke dag op hol (…) Die rollebol vindt hollen dol!’), naar een tong brekend vers over een kikker en een karekiet.
Er zijn ook versjes met een filosofische inslag:

'In ben geboren in het bos van Blauw
En kreeg te horen waar ik sterven zou:
In ’t verre bos van Boekestein.
Dáárheen te vliegen zou mijn leven zijn’.


En natuurlijk zijn er versjes met een verrassende insteek. Zo is de kleermaker een spin, wordt Boudewijn een ridder zodra hij op een geit zit en is het deze keer de rat die de mensen met zijn fluit betovert.

De illustraties van Jeska Verstegen vullen de versjes prachtig aan. Bijvoorbeeld door de manier waarop ze de stemming van het versje in beeld brengt. Zo spat het dansplezier van de drie-draai-dwarreldans van het papier en zien we zelfs de huizen meebuigen met Huppelhansje die niet kan blijven staan met zijn toverlaarzen aan. Mooi is ook de weergave van het monster Blal, een monster dat ‘knarst en knauwt en knaagt aan knoesten’. Het is een griezelig en groot monster met scherpe tanden en je moet heel goed kijken om de man te zien die het monster temmen kan.
Erg leuk zijn de illustraties waar Verstegen op een grappige manier inspeelt op de tekst, zoals de lieveheersbeestjes die hun jasje uitdoen als het lente wordt of het zichtbaar maken van een stad vol krekels waar de boerinnetjes op de paardenwei achteloos doorheen banjeren.
Verstegens illustraties zijn mooi, kleurrijk en eigentijds en ze laten zich niet vergelijken met het traditionele werk van Zábranský of het meer grafische werk van Meirink.

Pak ‘m bij mijn staart! is een rijk en vermakelijk versjesboek waar vooral jonge kinderen van zullen genieten. Taalplezier van de bovenste plank.

Pak ‘m bij zijn staart!
Paul Biegel met illustraties van Jeska Verstegen
Gottmer, 2021



illustratie Jeska Verstegen