De kronieken van Narnia - C.S.Lewis


De kronieken van Narnia van de Britse schrijver C.S. Lewis (1898 -1963) werden geschreven in de jaren vijftig van de vorige eeuw. De boeken werden ongekend populair. Er verschenen vertalingen in 47 talen en drie boeken werden verfilmd. In Nederland verscheen de eerste vertaling in 1956 met de originele tekeningen van Pauline Baynes. Piet Nierop (pseudoniem voor F.P. Groot) was de eerste vertaler, opgevolgd door Madeleine van den Bovenkamp-Gordeau. Uitgeverij Kok, de huidige uitgever van de serie, vond het tijd voor een nieuwe vertaling en vroeg daarvoor Imme Dros.
Imme Dros begon blanco aan deze taak. Ze kende de serie niet en is rechtstreeks vanuit de originele Engelse versie aan haar klus begonnen. In de keuzes die eerdere vertalers maakten heeft ze zich niet verdiept. Zo neemt ze onder andere de vrijheid om namen te veranderen en werd Peter Pieter en Susan werd Suze.

Het bekendste boek uit de serie kreeg in de nieuwe vertaling de titel De wereld achter de kastdeur. Het vertelt het verhaal van vier kinderen uit een gezin die in de Tweede Wereldoorlog vanuit Londen gevlucht zijn voor de bombardementen en terecht komen in een groot landhuis. Als ze daar verstoppertje spelen kruipt de jongste, Lucy, in een kleerkast en ontdekt dat ze via de kast in Narnia kan komen. Narnia is een land dat bevolkt wordt door uiteenlopende wezens, waaronder sprekende dieren. Lucy ontmoet er een aardige Faun waarmee ze vriendschap sluit. Hij vertelt haar dat Narnia in de greep is van de Witte Heks die de winter eeuwig laat voorduren. Later vinden ook de andere kinderen de weg naar Narnia. Lucy’s broer Edmond raakt in de ban van de Witte Heks. Hij kan alleen gered worden door de moed van leeuw Aslan. Aslan is de echte koning van Narnia die helaas niet altijd in de buurt is om orde op zaken te stellen.

The lion, the witch and the wardrobe (de originele titel) was het eerste boek dat Lewis over Narnia schreef. Hij was helemaal niet van plan om een serie te schrijven, maar werd door de enthousiaste reacties aangemoedigd meer verhalen te vertellen uit ‘De kronieken van Narnia’. Tussen 1949 en 1954 verschenen er uiteindelijk zeven boeken, allemaal geïllustreerd door Pauline Baynes.
Lewis schreef de boeken als op zichzelf staande avonturen waarin soms dezelfde personages verschenen. Opmerkelijk is dat het eerste deel ( The magician’s nephew) waarin het ontstaan van Narnia wordt beschreven en zich dus voor De wereld in de kleerkast afspeelt, het laatst geschreven werd. Misschien omdat dit het meest persoonlijke boek voor Lewis was. In dit verhaal heeft de hoofdpersoon  een ernstig zieke moeder die hij probeert te redden van de dood met een magische appel die alleen in Narnia groeit. In het echte leven was Lewis ooit dat jongetje dat helaas niet naar Narnia kon reizen en zijn moeder verloor op tienjarige leeftijd. Deze gebeurtenis gaf de jonge Lewis zo’n klap dat hij geruime tijd zijn vertrouwen in God verloor. Later in zijn leven hervond hij zijn geloof en dat is in de symboliek van de Narnia-verhalen duidelijk zichtbaar. De leeuw Aslan wordt vaak gezien als een personificatie van Jezus. Lewis zelf zei daarover dat Aslan altijd doet wat Jezus ook zou doen, maar dat hij niet doet wat Jezus gedaan heeft. Overigens werd de Narnia-serie niet alleen door Lewis’ religieuze overtuiging beïnvloed, hij vond ook inspiratie in sprookjes, oude mythen en sagen en in het werk van schrijvers als Tolkien en Nesbit.
Lewis en Tolkien waren vrienden die elkaar regelmatig spraken. Tolkien was niet zo te spreken over het feit dat Lewis in zijn verhalen allerlei elementen uit verschillende tradities bij elkaar sprokkelde zonder daar een duidelijke lijn in te brengen. Anders dan Lewis componeerde Tolkien zijn verhalen zorgvuldig, zoals zijn trilogie In de ban van de ring dat hij als een doorlopend verhaal schreef. Lewis was overigens een van de drijvende krachten die Tolkien aanmoedigde om dit verhaal af te ronden en uit te geven.

Imme Dros heeft inmiddels drie boeken uit de serie vertaald. Het kan zijn dat de nummering van de verschillende delen de lezer verwart. De boeken kregen de nummers 2, 4 en 5. Dit is de volgorde waarin Lewis ze schreef en een logische volgorde voor de lezer die de verdere avonturen van de vier kinderen wil volgen. In Prins Caspian (deel 4) keren Pieter, Suze, Edmond en Lucy terug naar Narnia, waar inmiddels meer dan duizend jaar verstreken is. Aan het einde van dit verhaal laat Aslan weten dat Pieter en Suze niet meer naar Narnia terug zullen keren. Lucy en Edmond beleven er met hun neef Justus wel een nieuw avontuur dat beschreven staat in deel 5 De reis naar het Morgenland. In latere delen reist Justus naar Narnia met zijn schoolvriendin Jill. Imme Dros zal ook deze boeken vertalen.
De nieuwe vertaling sober is uitgegeven. Het is jammer dat de originele illustraties ontbreken.

De kronieken van Narnia
De wereld achter de kastdeur (deel 2)
Prins Caspian (deel 4)
De reis naar het Morgenland (deel 5)
C.S. Lewis, vertaald door Imme Dros
Kok, 2021