Mot en de metaalvissers - Sanne Rooseboom


Sanne Roosenboom kennen we vooral van de succesvolle series Het Ministerie van Oplossingen en Jippie! Haar nieuwe boek, Mot en de metaalvissers, is een op zichzelf staand verhaal.

Mot woont samen met haar moeder in (de niet bestaande plaats) Bolwerd. Bij haar geboorte kreeg Mot de naam Vlinder, maar dat vindt ze een ‘dwingnaam’. Mot is namelijk niet wat haar moeder hoopte: geen fladderig lief kleurrijk kind, maar een kind met een voorkeur voor zwart en ook een beetje mollig. Daarom besluit ze op negenjarige leeftijd voortaan als Mot door het leven te gaan en niet langer als Vlinder. 
De relatie tussen Mot en haar moeder is moeizaam. Mots moeder ‘maakt mensen mooier’ met persoonlijke schoonheidsadviezen en een slonzige dochter past daarbij niet in het plaatje.
Als Mot aan het begin van de vakantie weggestuurd wordt omdat haar moeder een cliĆ«nt aan huis ontvangt maakt ze kennis met het metaalvissen. Met een magneet oude roestige spullen omhooghalen uit het kanaal vindt ze geweldig en ze besluit een eigen magneet te kopen. Als Mot daarmee een duikboot vindt begint het avontuur pas echt. De vondst brengt haar in contact met de bewoners van De Werf, een bont gezelschap waartussen Mot zich direct thuis voelt. Ook leert ze Vincent, het neefje van de gehate Arkon Bolwerd beter kennen. Arkon is de machtigste man in de stad en hij heeft plannen om De Werf te laten slopen. Mot raakt betrokken bij de protesten tegen deze plannen en daar is haar moeder niet blij mee.

Mot en de metaalvissers is in de eerste plaats een avonturenboek. De vondst van de duikboot leidt tot onverwachte ontdekkingen en spannende ondernemingen. Daarnaast verwerkt de schrijfster een aantal hedendaagse thema’s in het verhaal. De stad waar Mot woont is weliswaar fictief, maar de problemen zijn herkenbaar, zoals de macht van het geld en de gevolgen van massatoerisme. Arkon Bolwerd is een echte schurk die nietsontziend altijd zijn zin wil krijgen.
Rooseboom besteedt veel aandacht aan de relatie tussen Mot en haar moeder. Ze zijn heel verschillend en dat leidt tot wrevel en onbegrip. Uiteindelijk lukt het hen om elkaar beter te begrijpen. Rooseboom beschrijft dit geloofwaardig en geeft het avontuur daarmee een mooie verdieping.
De schrijfster neemt de tijd om het verhaal te vertellen, ruim 300 pagina’s. Dat had wel korter gekund, maar storend is het niet, omdat ze de aandacht goed weet vast te houden.

Het boek ziet er prachtig en verzorgd uit. Dat heeft veel te maken met de illustraties van Sophie Pluim. Ze weet de sfeer van het verhaal mooi weer te geven in haar originele illustraties die bestaan uit drie basiskleuren: wit, zwart en roestbruin. De illustraties zijn vaak gedetailleerd en nodigen uit om lang te bekijken. Het valt op dat alle mensen in dit boek witte gezichten hebben, misschien heeft dat te maken met de gekozen techniek. Dat Pluim wel oog heeft voor inclusiviteit zien we onder andere aan twee zoenende jongens die deel nemen aan een goed bezochte picknick.

Mot en de metaalvissers is een vlot geschreven avonturenverhaal waarin maatschappelijke thema’s en de omgang tussen kinderen en hun ouders een belangrijke rol spelen.


Mot en de metaalvissers
Sanne Rooseboom met illustraties van Sophie Pluim
Van Goor, 2022

© Sophie Pluim