Het huis van Hopper - Yvonne Jagtenberg


Het kunstprentenboek vindt vaak moeilijk zijn lezers. Prentenboeken worden gezien als een genre voor kleuters en dat laat zich niet makkelijk combineren met het onderwerp kunst. Kleuters weten immers nauwelijks wat kunst is, laat staan dat ze kennis hebben over specifieke kunstenaars en hun werk. Vaak zijn kunstprentenboeken vooral interessant voor oudere lezers. Als het lukt om deze groep te interesseren in een prentenboek wacht hen vaak een aangename verrassing. Bijvoorbeeld als zij Het huis van Hopper van Yvonne Jagtenberg openslaan.

De titel Het huis van Hopper dekt niet helemaal de lading, want Jagtenberg neemt de lezer mee naar wel twintig huizen. Het zijn huizen van kunstenaars waar je iets kunt zien van hun werk. De openhuizendag begint bij Edward Hopper. Jagtenberg schetst de kunstenaar en zijn werk in een paar rake woorden: ‘[Hij] schilderde het liefst lege kamers met verveelde mensen. Mensen die eenzaam waren, net als hijzelf’. We zien een huis waar bruintinten domineren, zelfs de hond is voornamelijk bruinbehaard en ook het model draagt een donkere jurk. De tekening ademt in alles de sfeer die het werk van Hopper zo kenmerkt. Heel anders dan het huis van Paula Rego dat vol staat met de bizarre figuren die zij graag op het doek slingerde. Grappig detail zijn de kinderen van de kunstenares die in een hoekje buiten het atelier wat beteuterd staan te kijken, want zij mochten daar niet naar binnen.
De huizen die Jagtenberg laat zien weerspiegelen altijd de stijl van de kunstenaar. Dit alles natuurlijk wel op z’n Jagtenbergs. Zo ontstaat er een boeiend gesprek tussen twee kunstenaars. Bijvoorbeeld als we een kijkje nemen bij Alexander Calder. Wat er allemaal door de lucht zweeft is direct herkenbaar als Calders werk, maar het lijnenspel en de goedgeplaatste kleurvlakken zijn handelskenmerken van Jagtenberg.
Jagtenberg stelt in dit boek haar favoriete kunstenaars aan de lezer voor en daar zijn bekende namen bij zoals Vincent van Gogh, Henri Matisse of Pablo Picasso, maar de lezer maakt ook kennis met wat minder bekende kunstenaars zoals Rogeer Raveel, Nancy Spero of Paula Modersohn Becker.
De huizen die Jagtenberg tekent ademen niet alleen stijlkenmerken van de gekozen kunstenaar en laten wat van hun werk zien, ook zijn er verwijzingen naar het leven van de kunstenaar. Zo zien we bij Vincent van Gogh wat allemaal een rol speelden in de periode dat hij werkte in het zogenaamde Gele Huis, zoals zijn samenwerking met andere kunstenaars of het vertrek van Gauguin en de gevolgen daarvan. Bij Frida Kahlo zien we wel haar beroemde man, maar hij is in een hoek geplaatst met zijn gezicht van Frida afgekeerd. Zijzelf en haar werk domineren de illustratie.
Ook andere kenmerken van Jagtenbergs werk zien we terug in dit boek, zoals haar oog voor detail en haar humor. Bijvoorbeeld als ze de zussen van Giorgio Morandi tekent. Morandi tekende hen nooit, ook al woonden zij in hetzelfde huis. Hij had slechts oog voor zijn flessen, kruiken en vazen. De zussen staan dan ook in de coulissen afgebeeld, maar dan wel met lijven die best goed binnen het werk van Morandi zouden hebben gepast.
Het boek sluit af met een kort stukje informatie over de kunstenaars waar de lezer naar binnen mocht kijken. Het is heldere informatie die echt wat toevoegt.

Het laatste huis waar we naar binnen mogen kijken is van Yvonne Jagtenberg zelf ‘Een huis vol met  beelden, en het worden er alsmaar meer. Dat is zoals het gaat met kunstenaars- die kunnen niet leven in een huis met alleen maar een bed, een bank en een tv.’ Gelukkig maar.

Het huis van Hopper
Yvonne Jagtenberg
Querido, 2022

© Yvonne Jagtenberg