9 tot 12 jaar
Over goden en mensen - Daan Remmerts de Vries
Over Goden en mensen is in alles een groots boek: in zijn afmetingen, zijn kleurige illustraties en in de taal. Griekse mythen zijn al vele keren naverteld, waarbij iedere verteller een eigen stijl heeft. Ook Daan Remmerts de Vries drukt zijn stempel op de bekende verhalen, vooral door zijn manier van vertellen. Dat mogen we ook verwachten van een auteur die verschillende Zilveren en Gouden Griffels won en in 2021 de prestigieuze Theo Thijssenprijs kreeg voor zijn gehele oeuvre.
Dit is het tweede boek met Griekse mythen van zijn hand. In het eerste boek stonden helden centraal en in dit boek gaat het over de verhouding tussen de goden en de mensen.
In de inleiding beschrijft Remmerts de Vries hoe de Griekse Goden vanaf hun Olympus steeds meer mensen zien verschijnen. Ze zijn er maar matig enthousiast over. Het is weliswaar ‘fraai werk’ dat hun schepper Prometheus heeft geleverd toen hij de mens uit leem deed ontstaan, maar wat moeten de goden er verder mee, zeker als die mensen ook nog het vuur krijgen en de doos van Pandora openen die vol plagen zit. Toch moeten de goden zich erbij neerleggen dat de mensen niet meer weg zullen gaan en zo ontstaan de verhalen over de omgang tussen de goden en de mensen.
Acht mythen staan er in het boek. Twee verhalen gaan over Zeus en zijn licht ontvlambare hart, zo wordt hij verliefd op Io en op Europa, dit zeer tot ongenoegen van zijn vrouw Hera. In een andere mythe neemt de sterke en onafhankelijke vrouw Atlanta het heft in eigen hand als het tijd wordt voor een huwelijk. Ze vindt uiteindelijk de man van haar dromen, maar het jonge echtpaar komt in de problemen als ze Zeus beledigen. Uit verschillende verhalen blijkt dat Zeus hoogmoed slecht trekt, Tantalos en Sisyphos kunnen daar over meepraten. In een ander verhaal gaat Zeus samen met zijn zoon Hermes verkleedt als zwervers naar de aarde waar ze weinig mededogen vinden en niemand die hen eten en onderdak wil geven, op een oud echtpaar na. Ook in de verhalen Orpheus en Eurydice en Midas laten de mensen zich niet van hun beste kant zien en dat blijft niet ongestraft.
Remmerts de Vries heeft een vrolijke losse schrijfstijl waarin spreektaal en poëtisch taalgebruik elkaar afwisselen. Zo wordt Silenos ‘uit de plomp gevist’, noemt Tantalos de goden ‘een stelletje eikels’ en wordt Argus uitgemaakt voor lomperik en een gast die al altijd al honderd oogjes op de vrouw van Zeus heeft gehad. De tekst wordt echter niet gedomineerd door deze spreektaal. Remmerts de Vries is een goede verteller die ook uit een ander vaatje kan tappen en mooie passage schrijft vol heerlijke woorden als monkelen, soebatten en mummelen. Prachtig is de passage waarin Remmerts de Vries de muziek omschrijft die Apollo laat horen in de wedstrijd met Pan over de vraag wie de beste muzikant is :
‘Het was muziek die in vlagen om hen heen zweefde, soms even wegzakkend, soms weer aanzwellend. En in deze muziek leken kleuren omhoog te komen, geel, oranje, lichtblauw, donkerpaars…Soms leken zijn akkoorden op te stijgen, soms leken ze neer te duiken, als een vogel fladderde de melodie om iedereen heen…Zin om te dansen kreeg je er niet van; dit was muziek die naar binnen ging, die de toehoorders met een zacht lint leek te omwikkelen, en waardoor je ging kijken naar alles, en ging nadenken over jezelf…’
In dit grote boek, 35 cm hoog, krijgen de kleurige illustraties van Douwe Dijkstra alle ruimte. In gedetailleerd getekende landschappen zien we de goden en mensen, alles natuurlijk in Griekse stijl. De karakters van de personages geeft Dijkstra geloofwaardig weer. Het kleurgebruik waarin bruinrode, lichtblauwe en groene tinten de hoofdkleuren zijn is warm. Echt illustraties om aandachtig en vaak te bekijken.
Over goden en mensen
In de inleiding beschrijft Remmerts de Vries hoe de Griekse Goden vanaf hun Olympus steeds meer mensen zien verschijnen. Ze zijn er maar matig enthousiast over. Het is weliswaar ‘fraai werk’ dat hun schepper Prometheus heeft geleverd toen hij de mens uit leem deed ontstaan, maar wat moeten de goden er verder mee, zeker als die mensen ook nog het vuur krijgen en de doos van Pandora openen die vol plagen zit. Toch moeten de goden zich erbij neerleggen dat de mensen niet meer weg zullen gaan en zo ontstaan de verhalen over de omgang tussen de goden en de mensen.
Acht mythen staan er in het boek. Twee verhalen gaan over Zeus en zijn licht ontvlambare hart, zo wordt hij verliefd op Io en op Europa, dit zeer tot ongenoegen van zijn vrouw Hera. In een andere mythe neemt de sterke en onafhankelijke vrouw Atlanta het heft in eigen hand als het tijd wordt voor een huwelijk. Ze vindt uiteindelijk de man van haar dromen, maar het jonge echtpaar komt in de problemen als ze Zeus beledigen. Uit verschillende verhalen blijkt dat Zeus hoogmoed slecht trekt, Tantalos en Sisyphos kunnen daar over meepraten. In een ander verhaal gaat Zeus samen met zijn zoon Hermes verkleedt als zwervers naar de aarde waar ze weinig mededogen vinden en niemand die hen eten en onderdak wil geven, op een oud echtpaar na. Ook in de verhalen Orpheus en Eurydice en Midas laten de mensen zich niet van hun beste kant zien en dat blijft niet ongestraft.
Remmerts de Vries heeft een vrolijke losse schrijfstijl waarin spreektaal en poëtisch taalgebruik elkaar afwisselen. Zo wordt Silenos ‘uit de plomp gevist’, noemt Tantalos de goden ‘een stelletje eikels’ en wordt Argus uitgemaakt voor lomperik en een gast die al altijd al honderd oogjes op de vrouw van Zeus heeft gehad. De tekst wordt echter niet gedomineerd door deze spreektaal. Remmerts de Vries is een goede verteller die ook uit een ander vaatje kan tappen en mooie passage schrijft vol heerlijke woorden als monkelen, soebatten en mummelen. Prachtig is de passage waarin Remmerts de Vries de muziek omschrijft die Apollo laat horen in de wedstrijd met Pan over de vraag wie de beste muzikant is :
‘Het was muziek die in vlagen om hen heen zweefde, soms even wegzakkend, soms weer aanzwellend. En in deze muziek leken kleuren omhoog te komen, geel, oranje, lichtblauw, donkerpaars…Soms leken zijn akkoorden op te stijgen, soms leken ze neer te duiken, als een vogel fladderde de melodie om iedereen heen…Zin om te dansen kreeg je er niet van; dit was muziek die naar binnen ging, die de toehoorders met een zacht lint leek te omwikkelen, en waardoor je ging kijken naar alles, en ging nadenken over jezelf…’
In dit grote boek, 35 cm hoog, krijgen de kleurige illustraties van Douwe Dijkstra alle ruimte. In gedetailleerd getekende landschappen zien we de goden en mensen, alles natuurlijk in Griekse stijl. De karakters van de personages geeft Dijkstra geloofwaardig weer. Het kleurgebruik waarin bruinrode, lichtblauwe en groene tinten de hoofdkleuren zijn is warm. Echt illustraties om aandachtig en vaak te bekijken.
Over goden en mensen
Daan Remmerts de Vries met illustraties van Douwe Dijkstra
Lannoo, 2024
![]() |
© Douwe Dijkstra |