6 tot 9 jaar
De Grote Boze Wolf onderzoekt sprookjes - Catherine Cawthorne
‘Je denkt vast dat je het verhaal van Assepoester kent. En dat van Jaap en de bonenstaak. En al die andere idiote sprookjes over biggetjes, heksen en erwten. Maar je kent ze niet echt.’
Met deze bewering richt de Grote Helemaal-Niet-Zo-Boze-Wolf zich in een voorwoord tot ‘de slimmerik’ en dat zijn natuurlijk alle lezers. De wolf wil zijn ‘wetenschappelijke, feitelijke en wiskundige’ visie op de gebeurtenissen uit verschillende sprookjes met de lezer delen. Op die manier wil hij zijn onschuld bewijzen. Vijf sprookjes onderwerpt de wolf aan een onderzoek: De drie biggetjes, Assepoester, Hans en Grietje, De prinses op de erwt en Jaap en de bonenstaak.
De wolf pakt het grondig aan. Eerst vertelt hij het sprookje na (op zijn manier natuurlijk) en dan zoomt hij in op de feiten. Laten we het sprookje Assepoester als voorbeeld nemen. Bij het vertellen van het sprookje sijpelt de mening van de wolf al enigszins door, bijvoorbeeld als hij cynisch opmerkt dat de prins nogal ondoordacht uitroept 'wie dan ook' te trouwen die het muiltje past en dat blijkbaar niemand in het hele koninkrijk dezelfde schoenmaat heeft als Assepoester. Op de volgende bladzijden gaat de wolf verder in op een aantal gebeurtenissen. Hij bespreekt metamorfosen in het algemeen en concludeert dat er insecten en amfibieën zijn die volledig van gedaante kunnen veranderen, maar een rat wordt nooit een mens. Ook het dragen van glazen muiltjes wordt nader bestudeerd en de wolf raadt het sterk af, omdat glazen muiltjes snel verbrijzelen (niet mee dansen dus) en bovendien krijg je er enorme zweetvoeten in. Ook het feit dat een pompoen in een koets kan veranderen wordt verworpen, maar je kunt dan weer wel van een pompoen een boot maken.
De wetenschappelijke toelichting van de wolf op de sprookjes is vermakelijk en de lezer kan er veel van leren. Bijvoorbeeld de vergelijking van de blaaskracht van een wolf versus die van dolfijnen, olifanten en walvissen of dat er 7200 eieren en bijna een ton boter nodig zijn om een huis van peperkoek te bouwen waarin vijf mensen kunnen wonen. De wolf heeft ook enkele proefjes voor de lezer bedacht om zijn beweringen kracht bij te zetten, zoals de peperkoekenhuisjesinstorttest en de prinsessenonderbroekgevoeligheidstest.
De tekst is erg leuk, maar nog leuker zijn de tekeningen van Sara Ogilvie. Deze Schotse illustratrice kennen we onder ander van de prentenboeken over Sara Snufje. Ogilvies tekeningen zitten vol onverwachte details en grapjes. Zo is het leuk om de werkkamer van de wolf eens goed te bekijken: wat staat er in zijn boekenkast, welke experimenten zijn er gaande en welke wetenschapper bewondert de wolf. De weergave van de sprookjes combineert de illustratrice met eigentijdse elementen. Zo zien we de stiefzussen van Assepoester selfies maken en is Grietje met een stoomstrijkijzer in de weer. De wetenschappelijke uitwerkingen zijn eveneens ruimschoots voorzien van illustratieve ondersteuning. We zien onder andere het passen van het glazen muiltje, een visualisering van de hoogte van een stapel matrassen gemeten in op elkaar staande giraffen of hoe idioot dieren eruit zien met een kin.
De wolf sluit het boek af met een overzicht wat er is gebeurd tijdens het nog lang en gelukkig. Daar lezen we onder andere dat Hans en Grietje survivalkampen organiseren, Roodkapje en grootmoeder op zelfverdediging zijn gegaan en de drie biggetjes tegenwoordig duurzame ecohuisjes van stro bouwen.
De Grote Boze Wolf onderzoekt sprookjes is een vermakelijk boek waar je ook nog wat van opsteekt.
De Grote Boze Wolf onderzoekt sprookjes
De tekst is erg leuk, maar nog leuker zijn de tekeningen van Sara Ogilvie. Deze Schotse illustratrice kennen we onder ander van de prentenboeken over Sara Snufje. Ogilvies tekeningen zitten vol onverwachte details en grapjes. Zo is het leuk om de werkkamer van de wolf eens goed te bekijken: wat staat er in zijn boekenkast, welke experimenten zijn er gaande en welke wetenschapper bewondert de wolf. De weergave van de sprookjes combineert de illustratrice met eigentijdse elementen. Zo zien we de stiefzussen van Assepoester selfies maken en is Grietje met een stoomstrijkijzer in de weer. De wetenschappelijke uitwerkingen zijn eveneens ruimschoots voorzien van illustratieve ondersteuning. We zien onder andere het passen van het glazen muiltje, een visualisering van de hoogte van een stapel matrassen gemeten in op elkaar staande giraffen of hoe idioot dieren eruit zien met een kin.
De wolf sluit het boek af met een overzicht wat er is gebeurd tijdens het nog lang en gelukkig. Daar lezen we onder andere dat Hans en Grietje survivalkampen organiseren, Roodkapje en grootmoeder op zelfverdediging zijn gegaan en de drie biggetjes tegenwoordig duurzame ecohuisjes van stro bouwen.
De Grote Boze Wolf onderzoekt sprookjes is een vermakelijk boek waar je ook nog wat van opsteekt.
De Grote Boze Wolf onderzoekt sprookjes
Catherine Cawthorne, vertaald door Johanna Rijnbergen met illustraties van Sara Ogilvie
Lemniscaat, 2025
![]() |
© Sara
Ogilvie |