Ik ben Vleer en Ik ben Steef - Morag Hood


Uitgeverij Boycott heeft twee heerlijke prentenboeken uitgegeven van de Schotse illustratrice Morag Hood: Ik ben Vleer en Ik ben Steef. Beide boeken zijn vertaald door Bette Westera die er een fijne voorleestekst van maakte.
In Ik ben Vleer ontmoeten we vleermuis Vleer. Hij is dol op kersen en wil deze dan ook met niemand delen. Toch laat Vleer zijn kersen even achter op de pagina en hij waarschuwt de lezer dat hij direct merkt als er iemand een kers durft weg te pakken. Dan wordt het spannend, want op de volgende bladzijde zien we een leeuwenpoot die naar de kersen grijpt. Als Vleer terugkomt ziet hij direct wat er gebeurd is en beschuldigt de lezer. Ondertussen verdwijnen er nog meer kersen en Vleer geeft uiteindelijk de strijd op: ‘Arme kersen. Arme ik. Nu word ik nooit meer blij.’ Dat vinden de dieven toch wel zielig. Ze komen met een originele oplossing om Vleer te troosten.
Morag Hood heeft een uitgesproken tekenstijl. Ze plaatst haar personages tegen een gekleurde achtergrond en alleen de essentiële zaken worden in beeld gebracht. Saai is dat niet, want daarbinnen gebruikt Hood alle mogelijkheden die zijn. Zo komt Vleer ondersteboven het boek binnen en speelt ze magnifiek met Vleers grote vleugels. De gezichtsuitdrukkingen zijn heel knap weergegeven. De kersendieven komen subtiel in beeld, we zien een poot, een stukje van een kop of hele kleine dieven. Als lezer geloof je direct dat Vleer ze niet ziet en dus de lezer verdenkt van de diefstal.

© Morag Hood


 Het tweede boek, Ik ben Steef, heeft een ander thema. Het gaat over twee papegaaiduikers die allebei Steef heten en van mening zijn dat er maar een echte Steef kan zijn. De ruzie die daarop volgt is vermakelijk en vol oneigenlijke argumenten. De vogels kibbelen over wie het eerst was, wie er slimmer is, wie het langst onder water kan blijven en wie het sterkst is. Ze gaan ook lelijke dingen tegen elkaar zeggen. Zo vindt de ene Steef dat de andere Steef rare poten heeft en die slaat terug met de opmerking dat de ander naar poep stinkt. Toch komt het goed tussen de Steefs. Maar blijft dat zo als er nóg een Steef blijkt te zijn?
De ruziënde papegaaiduikers vormen het middelpunt van de illustraties. Ook in dit boek weet Hood de stemming uitstekend weer te geven, de vogels kijken boos, hooghartig, ze schreeuwen, ze houden zichtbaar hun woede in en ze twijfelen.
De manier waarop de Steefs bekvechten doet sterk denken aan kibbelende kleuters die ook goed kunnen zijn in het vinden van creatieve argumenten.
Het boek sluit af met wat informatie over papegaaiduikers en dat is een leuk extraatje want niet alle kleuters zullen deze vogel kennen.

Ik ben Vleer en Ik ben Steef
Morag Hood, vertaald door Bette Westera
Boycott, 2024 en 2025


© Morag Hood