12 tot 15 jaar
19|91 - Tom Rijpert
‘Maar leefde Pepijn dan nog? Het kon bijna niet. Maar ergens- ik wist hoe stom het was, maar toch- voelde het alsof de week van elf jaar geleden overlapte met de week van nu. De data vielen op precies dezelfde dagen, en we waren op precies dezelfde plek. Op een verkronkelende manier had ik het gekke idee dat als ik er nú achter kon komen wat er elf jaar gelden gebeurd was, we Pepijn alsnog konden redden. Hoe onzinnig het ook was’
Elfjarige Basha wordt op zomerkamp naar Terschelling gestuurd en raakt daar bevriend met Tibbe. Hij vertelt Basha over Pepijn die elf jaar geleden ook op kamp ging op dezelfde plek. Hij verdween midden in de nacht en nooit werd er meer een spoor van hem gevonden. Tibbe is voornemens die verdwijning op te lossen en Basha gaat hem helpen. Ze vinden verschillende aanwijzingen en gaan daarmee aan de slag. Zo zijn er kampleiders die er elf jaar geleden bij waren toen Pepijn verdween, er is een gecodeerde boodschap boven het bed waar Pepijn sliep, er is een geheimzinnige ondergrondse ruimte, een gepensioneerde politieman en er zijn beelden en stemmen uit het verleden. Ook lijkt een patroon te zitten in de data waarop verschillende gebeurtenissen hebben plaatsgevonden. Basha en Tibbe willen het allemaal uitzoeken en dat is niet makkelijk, want ze zijn op kamp en moeten zich houden aan de regels en ook meedoen met de activiteiten.
Tom Rijpert debuteerde succesvol met De zeven sleutels, een mythisch fantsyverhaal verteld in twee delen. 19| 91 is een heel ander soort verhaal. Geen dwergen, kobolden en sprekende dieren deze keer, maar elfjarigen die een verdwijning willen oplossen. Tibbe is een jongen die nauwgezet onderzoekt en afgaat op feiten en Basha is een onzeker meisje dat huizenhoog opziet naar de start van het nieuwe schooljaar op de middelbare school. De uitwerking van deze personages blijft wat vlak en waarom krijgen jongens die van computers en feiten houden toch altijd een brilletje? De charme van het boek ligt vooral in het onderhoudende verhaal en de manier waarop het verteld wordt.
Rijpert doseert de informatie die leidt tot een oplossing geloofwaardig en weet zo de spanning goed vast te houden. Grappig is de verwerking in het verhaal van de zogenaamde detectiveregels die Tibbe heeft ontdekt in de boeken van Agatha Christie. Door deze te benoemen kan Rijpert er ook mee spelen. Houdt hij zich zelf wel aan deze gouden regels voor een detectiveverhaal, of komen we toch uit op een voor de hand liggende dader, detectives die nooit moedeloos worden of een oplossing waarbij aliens, spoken of een tweelingbroers een rol in speelt?
Een terugkerend thema is spiegeling. Geen verrassing natuurlijk als je naar de titel kijkt. Het spiegelen van getallen speelt dan ook een belangrijke rol in het verhaal. Voor wie er oog voor heeft ziet het spiegelthema ook regelmatig op andere manieren terugkomen in de tekst.
De grote lijn van het verhaal is zorgvuldig uitgezet en ook de losse scenes zijn goed uitgewerkt. Rijpert schrijft beeldend en het boek leest als een filmscenario. Ook de dialogen dragen daaraan bij. Ze zijn levendig en geloofwaardig geschreven en ook humor ontbreekt niet.
Het verhaal wordt mooi afgehecht in wat Tibbe de ‘losse-eindjes-scene’ noemt. Toch blijft er een raadsel onopgelost, een detail in het verhaal. In zijn dankwoord belooft de schrijver daarop terug te komen ‘Zoveel te schrijven nog…’
19|91
Een terugkerend thema is spiegeling. Geen verrassing natuurlijk als je naar de titel kijkt. Het spiegelen van getallen speelt dan ook een belangrijke rol in het verhaal. Voor wie er oog voor heeft ziet het spiegelthema ook regelmatig op andere manieren terugkomen in de tekst.
De grote lijn van het verhaal is zorgvuldig uitgezet en ook de losse scenes zijn goed uitgewerkt. Rijpert schrijft beeldend en het boek leest als een filmscenario. Ook de dialogen dragen daaraan bij. Ze zijn levendig en geloofwaardig geschreven en ook humor ontbreekt niet.
Het verhaal wordt mooi afgehecht in wat Tibbe de ‘losse-eindjes-scene’ noemt. Toch blijft er een raadsel onopgelost, een detail in het verhaal. In zijn dankwoord belooft de schrijver daarop terug te komen ‘Zoveel te schrijven nog…’