De geheime tuin - Frances Hodgson Burnett


Deze zomer verschenen er twee nieuwe uitgaven van het ruim honderd jaar oude boek De geheime tuin van Frances Hodgson Burnett. Bij uitgeverij Leopold verscheen een luxe editie van de vertaling die Imme Dros in 2019 maakte en die eerder door mij besproken werd, (klik hier om deze bespreking te lezen die ook meer achtergrond bij het verhaal geeft.) Dros maakte een vertaling van de originele tekst.
De tweede uitgave verscheen bij uitgeverij Lemniscaat. Zij kozen voor een bewerking van de tekst, een zogenaamde ‘hervertelling’. Margaretha van Andel, die eerder onder andere De tovenaar van Oz bewerkte, tekent hiervoor.

Voor we deze twee uitgaven met elkaar vergelijken nog even een korte samenvatting van de inhoud. De geheime tuin gaat over de tienjarige Mary die na het overlijden van haar ouders in India op het platteland van Engeland terecht komt in het landhuis van haar oom. Daar krijgt ze alles wat ze nodig heeft, maar wordt verder aan haar lot overgelaten. Als ze op onderzoek uitgaat ontdekt ze een geheime verwaarloosde tuin waarmee ze aan de slag gaat. Ze ontdekt ook dat ze een neef heeft, een ziekelijk onaangenaam ventje.
Burnett schetst in haar boek hoe de natuur een helende werking heeft op twee kinderen die door omstandigheden weinig buiten kwamen en teveel werden verwend. Daarbij spelen een dienstbode en haar broer een belangrijke rol.


Beide uitgaven zien er aantrekkelijk uit. De luxe editie van Leopold heeft een harde kaft, goud op snee en een leeslint. De tekst is geplaatst in een sierlijk kader en wordt verfraaid door zwart-wit illustraties van bloemen.
De uitgave van Lemniscaat heeft ook een harde kaft en is iets groter. Dit boek is geïllustreerd door Daphne Louter. Haar gedetailleerde realistische stijl sluit goed aan bij dit klassieke boek. Haar illustraties zijn aan het begin van het verhaal zwart-wit en krijgen gaandeweg meer kleur. Daarmee volgt ze de inhoud waarin de kleurloze wereld van de kinderen steeds meer tot bloei komt.
Een belangrijk verschil tussen beide uitgaven is de keuze van de vertalers. Imme Dros blijft dicht bij het origineel waarin de onaardige kant van Mary uitgebreid beschreven wordt. Haar egoïsme wordt nergens verzacht of uitgelegd. Ook haar minachting voor de inheemse bevolking van India wordt onverbloemd weergegeven.
In de bewerking van Van Andel wordt dit aspect afgezwakt. Dat is bijvoorbeeld te zien in de eerste zinnen. In het origineel wordt Mary daar neergezet als ‘het lelijkste kind van de wereld’. Van Andel slaat deze passage over en ook de eerste conversatie in het boek tussen Mary en haar bediende verloopt in het origineel veel onaangenamer dan in de bewerking.
Als Mary naar Engeland komt is ze niet bekend met het land. Dat aspect krijgt in het origineel meer aandacht dan in de bewerking. Mary komt ook in contact met het plaatselijk dialect. Dros noemt dit wel, maar doet geen poging het dialect door te laten klinken in haar vertaling. Van Andel kiest ervoor dit wel te doen en ze doet dat ook goed.
In beide bewerkingen zijn veel natuurbeschrijvingen opgenomen. Van Andel volgt hierin lang niet altijd de originele tekst, maar blijft wel trouw aan de bloemrijke omschrijvingen die zo kenmerkend zijn voor deze klassieker.

De conclusie is dat Van Andel de originele tekst met respect heeft bewerkt en er een goed leesbare versie van heeft gemaakt. Ze kiest ervoor enkele scherpe kantjes uit het origineel wat te verzachten. De vertaling van Imme Dros, die veel dichter bij het origineel blijft, is ook goed leesbaar, mooi van taal en prettig om te lezen. Er valt dus wat te kiezen. Fijn!

De geheime tuin
Frances Hodgson Burnett, vertaald door Imme Dros met illustraties van Linde Faas
Leopold

De geheime tuin
Frances Hodgson Burnett, herverteld door Margaretha van Andel met illustraties van Daphne Louter
Lemniscaat, 2022

© Daphne Louter